Deze optie kan gebruikt worden om de software bij te werken en is
alleen beschikbaar voor de installateur.
Vorstbeveiliging in Standby modus
Buitentemperatuur start eerste orde vorstbeveiliging
●
Buitentemperatuur start tweede orde vorstbeveiliging
●
Buitentemperartuur einde tweede orde vorstbeveiliging
●
Watertemperatuur start tweede orde vorstbeveiliging
●
Watertemperatuur einde tweede orde vorstbeveiliging
●
Met deze parameters kunt u in de winterperiode de vorstbeveiliging
van de warmtepomp instellen voor de situatie waarin de
warmtepomp is uitgeschakeld (zie 3.1, parameter E) maar wel
voeding heeft.
Op het moment dat de buitentemperatuur lager is dan de bij
parameter Buitentemperatuur start eerste orde vorstbeveiliging
ingestelde waarde wordt Vorstbeveiliging klasse 1 ingeschakeld.
In deze modus wordt er met tussenpozen water door het systeem
gepompt om te voorkomen dat de installatie bevriest.
Wanneer de buitentemperatuur lager wordt dan de temperatuur
ingesteld bij parameter Buitentemperatuur start tweede orde
vorstbeveiliging wordt Vorstbeveiliging klasse 2 ingeschakeld. In
deze modus worden de compressor of de hulpverwarming
ingeschakeld zodat de watertemperatuur binnen het bereik
Watertemperatuur start tweede orde vorstbeveiliging en
Watertemperatuur einde tweede orde vorstbeveiliging.
ä
Let op!
U dient altijd over een beschermingssysteem te beschikken om
te voorkomen dat uw installatie bevriest. Itho Daalderop is dan
ook niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor enige schade als
gevolg van bevriezend water of voor de additionele
energiekosten als gevolg van deze vorstbeveiliging.
Buitentemperatuur start eerste orde vorstbeveiliging
Met deze parameter stelt u de buitentemperatuur in waar onder de
Vorstbeveiliging eerste orde start.
Buitentemperatuur start tweede orde vorstbeveiliging
Met deze parameter stelt u de buitentemperatuur in waar onder de
Vorstbeveiliging tweede orde start.
Buitentemperartuur einde tweede orde
vorstbeveiliging
Doormiddel van deze parameter stelt u de buitentemperatuur in
waar boven de Vorstbeveiliging tweede orde stopt.
Watertemperatuur start tweede orde vorstbeveiliging
Met deze parameter stelt u de minimale watertemperatuur in voor
de Vorstbeveiliging tweede orde.
Watertemperatuur einde tweede orde vorstbeveiliging
Met deze parameter stelt u de maximale watertemperatuur in voor
de Vorstbeveiliging tweede orde
Automatische circuitshift bij ontdooien
Om te voorkomen dat de wisselaar in het buitendeel tijdens
verwarmings- of tapwaterbedrijf teveel aanvriest wordt, indien
nodig, een ontdooi-cyclus gestart. In de ontdooicyclus draait het
koelsysteem om. Om de wisselaar in het buitendeel te ontdooien
wordt er warmte onttrokken aan het CV of tapwatersysteem,
afhankelijk van de bedrijfsmodus.
Bij een te lage watertemperatuur in het gebruikte systeem
(tapwater of CV) kan de wisselaar in het binnendeel invriezen en kan
installatie beschadigd raken.
Als de watertemperatuur in de huidige bedrijfsstand (bijvoorbeeld,
CV) te laag is voor het ontdooien van het buitendeel, wordt de
watertemperatuur in de andere zone (in dit voorbeeld dus tapwater)
gecontroleerd.
Als de watertemperatuur in de andere zone hoog genoeg is voor het
ontdooien, wordt automatisch overgeschakeld op het water uit de
andere zone.
Als er geen andere zone is of als de watertemperatuur in de andere
zone niet hoog genoeg is voor het ontdooien, wordt de ontdooicyclus
gestaakt en wordt de ingestelde watertemperatuur automatisch
verhoogd ter voorbereiding op de volgende ontdooicyclus.
Als het driemaal achter elkaar niet lukt om te ontdooien, wordt de
installatie stilgezet en kan de normale werking alleen worden
hersteld door de installatie te herstarten. Controleer het
watersysteem en vergewis u ervan dat alles naar behoren werkt
voordat u de installatie herstart.
Door deze parameter aan te vinken activeert u de bovengenoemde
circuitshift.
Als u deze functie niet activeert dan zal de warmtepomp geen
ontdooicyclus starten als de temperatuur in het huidige circuit te
laag is.
Begrenzing toerental ventilator
Door middel van deze functie kunt het toerental van de ventilator
verminderen. U kunt het toerental terug brengen naar:
95%
●
90%
●
Door het toerental te verminderen kunt u het geluidsniveau
beperken. Dit gaat echter ten koste van het rendement van de
warmtepomp. Het is daarom raadzaam deze functie alleen te
gebruiken bij klachten in verband met geluidsoverlast.
89