Inhoudsopgave
Advertenties
Het mengregelventiel wordt zo aangestuurd dat in
Temperatuurzone 1 de (via sensor TV1 gemeten temperatuur) gelijk
is aan de waarde die is ingesteld in het menu "Temperatuurzone 1".
Als u gebruik wilt maken van dit mengregelventiel, moet
"Mengregelafsluiter 1" worden aangevinkt in het menu onder
"Temperatuurzone 1" tijdens de installatie.
Opmerking
Als TV1 niet is aangesloten maar wel via deze instelling wordt
geactiveerd, wordt er een sensor storingscode (F21)
weergegeven.
Zie ook paragraaf Menustructuur-Temperatuurzone 1 op
pagina 72 voor alle mogelijke instellingen voor Temperatuurzone 1
Aansturing mengregelventiel 2 (Temperatuurzone 2):
Indien er ook een tweede temperatuurciruit aanwezig is, en als de
watertemperatuur in Temperatuurzone 2 geregeld dient te worden
kan een mengregelventiel (en een pomp) worden opgenomen in dit
circuit.
In dat geval moet "Mengregelafsluiter 2" worden aangevinkt in het
menu onder "Temperatuurzone 2" tijdens de installatie.
Het mengregelventiel kunt u aansluiten op klemmenblok 3. De
pomp kan aangesloten worden op klemmenstrook 2.
Het mengregelventiel wordt zo aangestuurd dat de temperatuur in
Temperatuurzone 2 (gemeten via sensor TV2) gelijk is aan de
waarde die is ingesteld in het menu "Temperatuurzone 2".
Opmerking
Als TV2 niet is aangesloten maar wel is geactiveerd, wordt er
een sensor storingscode(F22) weergegeven.
Zie ook paragraaf Menustructuur-Temperatuurzone 2 op
pagina 75 voor alle mogelijke instellingen voor Temperatuurzone
2
Tip
Wanneer het systeem meerdere zones bevat, is het mogelijk om
twee aanvoertemperaturen te maken.
In verwarmingsbedrijf neemt de warmtepomp het setpoint over
van de temperatuur van de hoogste temperatuurzone. De
temperatuur voor de lagere temperatuurzone in verwarming( en
de hogere temperatuurzone in koeling) moet dus terug
gemengd worden.
Opmerking
Als het systeem beschikt over een andere warmtebron die niet
door de warmtepomp wordt aangestuurd (bv. een cv-ketel), kan
de aanvoertemperatuur hoger zijn dan de ingestelde
watertemperatuur van de warmtepomp. In dat geval is een
mengregelventiel noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de
aanvoertemperatuur van het cv-water in de betreffende zone
juist is.
Aansturing van de externe circulatiepompen in
Temperatuurcircuit 1 en 2:
ä
Let op!
P0 is de interne pomp in het binnendeel. P1 en P2 zijn externe
pompen die u kunt aansluiten in de Temperatuurzones 1 en 2.
"Buffervat": Door deze parameter aan te vinken geeft u aan of
●
er een open verdeler is geïnstalleerd tussen de warmtepomp
en het CV-distributiesysteem.
"P1 activeren bij verwarmingsbedrijf" geeft aan dat er een
●
circulatiepomp wordt toegepast bij verwarmingsbedrijf in
Temperatuurzone 1.
"P1 activeren bij koelbedrijf" geeft aan dat er een
●
circulatiepomp wordt toegepast bij koelbedrijf in
Temperatuurzone 1.
"P1 activeren bij hoogtemperatuurvraag" geeft aan dat de
●
circulatiepomp in Temperatuurzone 1 aangestuurd mag worden
tijdens hoge temperatuur vraag (of bij diep koelen).
"P2 activeren bij verwarmingsbedrijf" geeft aan dat er een
●
circulatiepomp wordt toegepast bij verwarmingsbedrijf in
Temperatuurzone 2.
"P2 activeren bij koelbedrijf" geeft aan dat er een
●
circulatiepomp wordt toegepast bij koelbedrijf in
Temperatuurzone 2.
"P2 activeren bij hoogtemperatuurvraag" geeft aan dat de
●
circulatiepomp in Temperatuurzone 1 aangestuurd mag worden
tijdens hoge temperatuur vraag (of bij diep koelen).
ä
Let op!
Zone 2 kan alleen actief zijn als zone 1 actief is.
Als u "Buffervat" aanvinkt, werken P1 (circulatiepomp voor
Temperatuurzone 1) en P2 (circulatiepomp voor Temperatuurzone
2) afhankelijk van vraag en onafhankelijk van de bedrijfstoestand
van de compressor.
Als u "Buffervat" NIET aanvinkt, werken P1 (circulatiepomp voor
Temperatuurzone 1) en P2 (circulatiepomp voor Temperatuurzone
51
Advertenties
Inhoudsopgave
