Inhoudsopgave
Advertenties
S01: Temperatuur wisselaar binnendeel te laag
De temperatuur in de wisselaar in het binnendeel is te laag. Deze
toestand kan op treden in koelbedrijf.
Bij een te lage temperatuur kan het water in de platenwisselaar
bevriezen en schade veroorzaken.
De normale werking van de warmtepomp wordt automatisch hervat
wanneer de temperatuur boven de veilige waarde stijgt.
Handel in het geval van deze storing als volgt:
a) Controleer of de ingestelde koeltemperatuur niet te laag is.
b) Controleer of het debiet van het systeem niet te laag is.
c) Controleer of het watersysteem en met name het filter goed
werkt.
d) Controleer of het systeem genoeg koudemiddel bevat door de
verdampingsdruk te meten.
e) Controleer of de buitentemperatuur niet lager is dan 15 ℃.
S02: Waterdebiet te laag
Het debiet in het systeem is lager dan is toegestaan.
Handel in het geval van deze storing als volgt:
a) Controleer het watersysteem en met name de werking van het
filter. Er is teveel weerstand in het afgiftesysteem? Zijn er
gemotoriseerde afsluiters dichtgelopen etc. ?
b) Controleer de bedrijfstoestand van de waterpomp en met name
de ingestelde snelheid van de circulatiepomp(en).
S03: Storing Flowschakelaar
De Flowschakelaar dient te zijn geopend wanneer de
circulatiepomp van de warmtepomp draait. Als dat niet het geval is,
wordt ervan uitgegaan dat de flowschakelaar defect is.
Handel in het geval van deze storing als volgt:
a) Controleer of de flowschakelaar inderdaad defect is dan wel
niet goed is aangesloten.
b) Controleer of het water mogelijk door een andere pomp wordt
rondgepompt door de warmtepomp.
Als de circulatiepomp van de warmtepomp werkt. Controleer ook of
er geen lucht ingesloten is in het systeem.
S04: Communicatiestoring
Als er een communicatiefout wordt weergegeven, is de
communicatie tussen het bedieningspaneel, de printplaat van het
binnendeel en de printplaat van de buitendeel geconfigureerd, maar
gaat er tijdens de communicatie te veel data verloren.
Handel in het geval van deze storing als volgt:
a) Controleer of de communicatiekabel niet te lang is.
b) Controleer of er in de nabijheid van de warmtepomp
storingsbronnen aanwezig zijn.
De normale werking van de warmtepomp wordt automatisch hervat
wanneer de communicatie is hersteld.
S05: Fout verbinding seriële poort
Deze fout houdt in dat de communicatie tussen het
bedieningspaneel en de printplaat van het binnendeel of de
communicatie tussen het bedieningspaneel en de printplaat van het
buitendeel niet naar behoren is geconfigureerd.
Handel in het geval van deze storing als volgt:
a) Controleer de kabelverbindingen.
b) Controleer of de laatste drie schakelaars op de voedingsplaat
van de buitendeel zijn ingesteld op 001 (zie DIP-schakelaar
buitendeel; 3.4.5 Printplaat buitendeel)
c) Controleer of de laatste drie schakelaars op de printplaat van
het binnendeel zijn ingesteld op 000 (zie DIP-schakelaar
binnendeel; Printplaat binnendeel).
De normale werking van de warmtepomp wordt automatisch hervat
wanneer de communicatie is hersteld.
S06: Temp. koelwater te laag (Tc)
De compressor wordt stilgezet als de temperatuur in de
wateruitlaat in koelbedrijf te laag is.
Bij een te lage watertemperatuur kan het water in de
platenwarmtewisselaar bevriezen en schade veroorzaken.
Handel in het geval van deze storing als volgt:
a) Controleer of de temperatuursensor Tc naar behoren werkt en
goed is aangesloten.
b) Controleer of de watertemperatuur te laag is ingesteld.
c) Controleer of het debiet van de systeempomp te laag is
ingesteld.
S07: Watertemperatuur Uit te hoog (Tuo)
Deze melding zal standaard in de storingslog zichtbaar zijn als het
toestel hoge tapwater temperaturen moet maken (>55C). Normaal
gesproken alleen tijdens legionella bedrijf.
De compressor wordt gestopt als de temperatuur in de wateruitlaat
in verwarmings- of tapwaterbedrijf te hoog is.
Bij een te hoge watertemperatuur kan de condensatiedruk in het
systeem te hoog oplopen en kan de warmtepomp defect raken.
Handel in het geval van deze storing als volgt:
a) Controleer of de temperatuursensor Tc en Tw naar behoren
werken en goed zijn aangesloten.
b) Controleer of de watertemperatuur te hoog is ingesteld.
c) Controleer of het debiet van de systeempomp te laag is
ingesteld.
69
Advertenties
Inhoudsopgave
