Inhoudsopgave
Advertenties
4.14.2. Aansluitingen en bedradingen
Alle voedingen dienen uitgevoerd te worden volgens de
veiligheidsvoorschriften van de NEN1010.
Iedere aangesloten elektrische groep moet afschakelbaar zijn door
middel van een centrale werkschakelaar.
De diameter van de elektrische bekabeling dient door een
elektrisch erkend bedrijf bepaald te worden.
PE N
L PE N1
L1
L2
L3
PE N3 L3 PE N2
1A
1B
1C
Overzicht aansluitblokken
4.14.3. Aansluiten Blok 1
Overzicht aansluitblok 1
Legenda
1A
Inkomende voeding warmtepomp 230V
1B
Voeding interne elektrische hulpverwarming [AH]
1C
Voeding externe hulpverwarming CV [HBH]
1D
Voeding externe hulpverwarming voorraadvat [HWBTH]
1E
interne voeding hulpverwarming CV
1F
Voeding buitendeel warmtepomp
1G
Extra beschikbare voeding
54
Terminal 1
L1
L2
L3 PE N3 L3
PE
N
L
La Na
1D
1E
1F 1G
PE N
L PE N1
L1
L2
L3
PE N3 L3 PE N2
1A
1B
ä
Let op!
Er worden geen voedingskabels meegeleverd met het apparaat.
Terminal 2
PE
N P1
PE
N P2
PE
N P3
PE
N2 L12
L22 L32 N MV
2A 2B 2C
2D
2E
Terminal
1
L1
L2
L3 PE N3 L3
1C
1D
1E
1A. Voeding warmtepomp (bekabeling minimaal 3 × 2,5
mm2)
Elektrische 230 Volt voeding warmtepomp. Aansluiten op de
netstroom. Groep moet afschakelbaar zijn met vergrendelbare
werkschakelaar bij de warmtepomp.
1B: Voeding voor interne elektrische hulpverwarming
[AH] (bekabeling minimaal 5 x 2,5 mm2, toevoer
netstroom)
Aansluiten op netstroom, 3 fasen, nul, aarde. Hiermee wordt de
hulpverwarming in het binnendeel aangesloten op een elektrische
Terminal 3
Terminal 4
A
B
G
1
G
2
ES
CS
24V COM
24V COM
COM
COM
COM
3A 3B
3C
4A 4B 4C 4D
PE
N
La Na
L
1F
1G
HS
TH
COM
Advertenties
Inhoudsopgave
