4.7. Aansluiten koelleidingen
Hoeveelheid koudemiddel & lengte koelleidingen
De buitendelen van de HP-S zijn voorgevuld en bevatten voldoende
koudemiddel voor leidingenpakketten met een lengte tot maximaal
5m (HP-S 55-95) en 12m (HP-S 130).
Als u koelleidingen gebruikt die langer zijn dan de voorvulling
toelaat, moet u per extra meter leiding 40 gr koudemiddel
toevoegen. Tevens dient u per extra meter leiding 14 gram
compressor olie toe te voegen.
Als de koelleidingen bijvoorbeeld 10 m lang zijn (in geval van een
HP-S 95), voegt u (10 - 5) × 40 = 200 gram toe aan het systeem.
ä
Let op!
Het is niet raadzaam om koelleidingen toe te passen met een
lengte van meer dan 20 M. De koelleidingen mogen maximaal
een horizontale lengte van 20 M, of een hoogte van 5 M
overbruggen. Er dient minimaal 3 meter koelleiding op het
systeem aangesloten te zijn. Bij hoogteverschillen groter dan 5
meter dient u om de 5 meter een olietrap toe te passen in de
koelleidingen.
ä
Let op!
Open de spindels van de hoge-/lagedrukventielen niet wanneer
het systeem wordt gevacümeerd. Als u dat wel doet, kan er
koudemiddel lekken.
C
Legenda
A
Connector voor koelleiding
HP-S 55: 1/2 " en 1/4"
HP-S 95: 3/8" en 1/2"
HP-S 130: 3/8" en 5/8"
B
Spindels hoge en lagedrukventielen
C
Connector voor vacuümpomp
30
Voorzorgsmaatregelen
De koelleidingen transporteren thermische energie door het
systeem. Een onvolledig vacuüm of lek in het koelsysteem komt de
prestaties niet ten goede. Neem daarom de volgende aanwijzingen
in acht:
a) Kies koelleidingen van hoge kwaliteit die voldoen aan de
drukvoorschriften voor het type koudemiddel in het systeem.
b) Isoleer de koelleidingen nadat u deze hebt aangesloten.
c) Controleer de verbindingsstukken van de koelleidingen
zorgvuldig om lekken te voorkomen.
d) Vermijd onnodige bochten en knikken in de koelleidingen om
ervoor te zorgen dat het koudemiddel zo goed mogelijk kan
circuleren.
e) Droog de koelleidingen met stikstof.
f)
Als het binnendeel en de buitendeel worden gescheiden door
een wand, boor dan een gat in de wand, plaats een
doorvoerkoker en voer de koelleiding door de doorvoerkoker.
g) Isoleer elke koelleiding afzonderlijk (zie afbeelding 2
hieronder), niet samen (zie afbeelding 1 hieronder).
h) Zorg ervoor dat de bochten in de koelleidingen zo flauw
mogelijk zijn. De straal van de bochten in de leidingen mag niet
minder dan 15 cm bedragen.
A
B
Afbeelding1: Onjuist
geïsoleerd
A
Islolatiemateriaal
B
Koperen buis
A
B
1
Afbeelding 2: Correct
geïsoleerd
A
Isolatiemateriaal
B
Koperen buis
A
B
2