Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

In Bedrijf Stellen; Controle Inbedrijfstelling; Instellingen; Tapwaterinstellingen - Itho Daalderop HP-S 55 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5. In bedrijf stellen

5.1. Controle Inbedrijfstelling

ä
Let op!
Vul en ontlucht het CV- en tapwatersysteem voordat u in bedrijf
stelt.
Vóór inbedrijfstelling
Voordat u de warmtepomp start, moet u een aantal controles
uitvoeren op de installatie om zeker te stellen dat het apparaat
onder de best mogelijke omstandigheden werkt. De onderstaande
lijst is niet volledig en moet worden beschouwd als richtlijn:
Controleer of de ventilator (buitendeel) onbelemmerd draait.
Inspecteer de stromingsrichting in alle waterleidingen.
Controleer alle systeemleidingen op hun werking volgens de
installatievoorschriften.
Controleer de voedingsspanning van de warmtepomp en zorg
ervoor dat deze binnen de toegestane grenzen blijft.
Controleer of de warmtepomp naar behoren geaard is.
Controleer of de beschermingsmiddelen, stroomonderbrekers
en werkschakelaars aanwezig zijn.
Controleer of alle elektrische aansluitingen goed vastzitten.
Controleer alle koelleidingen op lekken.
Opmerking
Als alle bovenstaande punten in orde zijn, kunt u de
warmtepomp in werking stellen. Laat de unit alleen in bedrijf
stellen door een erkend installateur.
Inbedrijfstellingsprocedure
Wanneer de installatie van de warmtepomp voltooid is, de
waterleidingen naar behoren zijn aangesloten, de installatie is
ontlucht, de juiste instellingen zijn gedaan en er geen lekken of
andere problemen zijn, kan de warmtepomp in werking worden
gesteld.
Schakel de warmtepomp in en druk op de AAN/UIT-knop op het
bedieningspaneel. Controleer de installatie op ongewone
geluiden of trillingen.
Als de warmtepomp gedurende 10 minuten naar behoren en
zonder problemen werkt, is de inbedrijfstellingsprocedure
voltooid. Als dat niet het geval is, probeert u de problemen op te
lossen aan de hand van de informatie in hoofdstuk
"Onderhoud".
64
Opmerking
Het is raadzaam de verwarmings- of warmwaterstand niet te
gebruiken bij een buitentemperatuur van meer dan 32 ℃.
Anders wordt mogelijk de beschermingsstand geactiveerd.

5.2. Instellingen

De volgende paragrafen helpen u bij het maken van keuzes m.b.t.
de instellingen van uw HP-S. Deze handreikingen bevorderen het
comfort en optimaliseren de efficiëntie van uw toestel.
In alle gevallen adviseren wij het toepassen van energiemeters
(Spider Power Plug). Op deze manier komt u nooit voor verassingen
te staan en kan ook het eventuele inschakelen van de (elektrische)
hulpverwarming worden gecontroleerd.

5.3. Tapwaterinstellingen

Opmerking
Ten tijde van het drukken van deze handleiding waren nog niet
alle testresultaten van alle toestellen beschikbaar.
Onderstaande informatie is derhalve nog niet geheel volledig.
De tapwaterefficiëntie van de HP-S is gemeten bij een erkende
instantie. Voor de HP-S wordt dit benut om de beschikbaarheid van
tapwater aan te passen aan de vraag.
Met deze regeling is het mogelijk om laadmomenten aan te passen
op de meest gunstige buitentemperatuur. Aangezien in de testnorm
de buitentemperatuur constant blijft, is dat in de test, geen
parameter die van belang is.
In de praktijk speelt de buitenluchttemperatuur, en dus het
laadmoment op de dag, wel degelijk een rol.
Tijdens de tapwatertest is de HP-S 95 (in combinatie met i-SVV
200L) getest op de klasse 1, 4 en XL tapprofielen. De HP-S 130 is
alleen getest op het XL tapprofiel, eveneens in combinatie met i-
SVV 200L.
HP-S 95
Tapprofiel
COP
Klasse 1
1,44
Klasse 4
2,34
XL
2,6
HP-S 130
COP
1,80
2,20
2,59

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave