#
Code
[3.6]
[0-04]
Stel de weersafhankelijke koeling in:
T t
[0-05]
[0-06]
[0-05]
[0-07]
[0-04]
▪ T
: Streeftemperatuur aanvoerwater
t
(secundaire zone)
▪ T
: Buitentemperatuur
a
▪ [0-07]:
buitenomgevingstemperatuur.
10°C~25°C
▪ [0-06]:
buitenomgevingstemperatuur.
25°C~43°C
▪ [0-05]:
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de lage
omgevingstemperatuur of eronder valt.
[9‑07]°C~[9‑08]°C
Let op: Deze waarde moet hoger zijn
dan
buitentemperaturen minder koud water
nodig is.
▪ [0-04]:
aanvoerwatertemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan de lage
omgevingstemperatuur of erover komt.
[9‑07]°C~[9‑08]°C
Let op: Deze waarde moet lager zijn
dan
buitentemperaturen
nodig is.
Afgiftesysteem
Voor meer informatie over Afgiftesysteem, zie
zone" [ 4 58].
#
Code
[3.7]
[2‑0D]
Afgiftesysteem
▪ 0: Vloerverwarming
▪ 1: Ventilo-convector
▪ 2: Radiator
De instelling van het afgevertype heeft als volgt een invloed op het
instelpuntbereik van de ruimteverwarming en de doel-delta T bij
verwarming:
Afgiftesysteem
Instelpuntbereik
Secundaire zone
ruimteverwarming
[9‑05]~[9‑06]
0: Vloerverwarming Maximum 55°C
1: Ventilo-
Maximum 55°C
convector
2: Radiator
Maximum 65°C
Instelpuntbereik
Voor meer informatie over Instelpuntbereik, zie
zone" [ 4 58].
ERGA04~08DAV3(A) + EHBH/X04+08DA
Daikin Altherma 3 R W
4P496758-1B – 2019.10
Beschrijving
[0-07]
[0-06]
T a
Lage
Hoge
Gewenste
als
de
[0‑04],
omdat
bij
lage
Gewenste
als
de
[0‑05],
omdat
bij
hoge
kouder
water
"8.4.3 Primaire
Beschrijving
Doel-delta T bij
verwarming [1‑0C]
Variabele (zie [3.B.1])
Variabele (zie [3.B.1])
Vast 10°C
"8.4.3 Primaire
#
Code
Het bereik van de aanvoerwatertemperaturen van de secundaire
aanvoerwatertemperatuurzone (= de
aanvoerwatertemperatuurzone met de hoogste
aanvoerwatertemperatuur voor verwarming en de laagste
aanvoerwatertemperatuur voor koeling)
[3.8.1]
[9-05]
Minimum instelpunt verwarming:
15°C~37°C
[3.8.2]
[9-06]
Maximum instelpunt verwarming
▪ [2‑0C]=2 (type afgever secundaire
zone = radiator)
37°C~60°C
▪ Anders: 37°C~55°C
[3.8.3]
[9-07]
Minimum instelpunt koeling:
5°C~18°C
Maximum instelpunt koeling:
[3.8.4]
[9-08]
8°C~22°C
#
Code
Het bereik van de aanvoerwatertemperaturen van de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone (= de
aanvoerwatertemperatuurzone met de laagste
aanvoerwatertemperatuur voor verwarming en de hoogste
aanvoerwatertemperatuur voor koeling)
[2.8.1]
[9-01]
Minimum instelpunt verwarming:
▪ 15°C~37°C
[2.8.2]
[9-00]
Maximum instelpunt verwarming:
▪ [2‑0C]=2 (type afgever primaire zone =
radiator)
37°C~70°C
▪ Anders: 37°C~55°C
[2.8.3]
[9-02]
Minimum instelpunt koeling:
▪ 5°C~18°C
[2.8.4]
[9-03]
Maximum instelpunt koeling:
▪ 18°C~22°C
Bediening
Het controletype voor de secundaire zone is alleen-lezen. Het wordt
bepaald door het regelingstype van de primaire zone.
zone" [ 4 58].
Zie
"8.4.3 Primaire
#
Code
[3.9]
Nvt
Bediening
▪ Vertrekwater als het regelingstype
van de primaire zone Vertrekwater
is.
▪ Externe kamerthermostaat als het
regelingstype van de primaire zone
een van de volgende is:
▪ Externe kamerthermostaat, of
▪ Kamerthermostaat.
Thermostaattype
Alleen van toepassing in externe kamerthermostaatregeling.
zone" [ 4 58].
Zie ook
"8.4.3 Primaire
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8 Configuratie
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
63