Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Daikin Altherma 3 R W Series Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur pagina 61

Inhoudsopgave

Advertenties

Het verschil dat delta  T aangeeft, is afhankelijk van de
bedrijfsmodus:
▪ In de verwarmingsstand geeft delta T het temperatuurverschil aan
tussen het instelpunt van het aanvoerwater en het retourwater.
▪ In de koelstand geeft deze delta  T het temperatuurverschil aan
tussen het retourwater en het aanvoerwater.
De unit is ontworpen om vloerverwarmingslussen te ondersteunen.
De
aanbevolen
aanvoerwatertemperatuur
vloerverwarmingslussen bedraagt 35°C. In dat geval wordt de unit
aangestuurd om een temperatuurverschil van 5°C te bekomen, wat
betekent dat de temperatuur van het retourwater naar de unit
ongeveer 30°C bedraagt.
Afhankelijk
van
de
geplaatste
warmtepompconvectoren, vloerverwarmingslussen) of de situatie
kan het temperatuurverschil tussen het retourwater en het
aanvoerwater gewijzigd worden.
Let op: : De pomp regelt haar debiet zodanig dat de delta T wordt
behouden. In sommige speciale gevallen kan de gemeten delta  T
verschillen van de ingestelde waarde.
INFORMATIE
Wanneer enkel de back-upverwarming actief is bij het
verwarmen, zal delta  T worden geregeld op basis van de
vaste capaciteit van de back-upverwarming. Het is
mogelijk dat deze delta  T verschilt van de geselecteerde
doel-delta T.
INFORMATIE
Bij het verwarmen zal de doel-delta T pas na een bepaalde
bedrijfstijd worden gehaald, wanneer het instelpunt wordt
bereikt, gezien het grote verschil tussen het instelpunt van
de aanvoerwatertemperatuur en de inlaattemperatuur bij
het opstarten.
INFORMATIE
Als er in de primaire zone of de secundaire zone een vraag
naar verwarming is en deze zone is uitgerust met
radiatoren, dan zal de doel-delta T die door de unit wordt
gebruikt bij het verwarmen, vast 10°C zijn.
Als de zones niet zijn uitgerust met radiatoren, dan zal de
unit bij het verwarmen voorrang geven aan de doel-delta T
voor de secundaire zone als er een vraag naar verwarming
is in de secundaire zone.
Bij het koelen zal de unit voorrang geven aan de doel-
delta  T voor de secundaire zone, als er een vraag naar
koeling is in de secundaire zone.
#
Code
Delta T verwarming: er moet een
[2.B.1]
[1‑0B]
minimaal temperatuurverschil zijn voor
de goede werking van de
warmteafgevers in de verwarmingsstand.
▪ Als [2-0C]=2, dan is die vastgesteld op
10°C
▪ Anders: 3°C~10°C
[2.B.2]
[1‑0D]
Delta T koeling: er moet een
minimaal temperatuurverschil zijn voor
de goede werking van de
warmteafgevers in de koelstand.
▪ 3°C~10°C
Aanvoerwatertemperatuur: Modulatie
Alleen van toepassing in het geval van een regeling via
kamerthermostaat.
ERGA04~08DAV3(A) + EHBH/X04+08DA
Daikin Altherma 3 R W
4P496758-1B – 2019.10
voor
toepassing
(radiatoren,
Beschrijving
Wanneer de kamerthermostaatfunctie gebruikt wordt, moet de
gebruiker de gewenste kamertemperatuur instellen. De unit zal
warm water aan de warmteafgevers leveren en de kamer zal
verwarmd worden.
Bovendien moet ook de gewenste aanvoerwatertemperatuur worden
geconfigureerd: als Modulatie is ingeschakeld, berekent de unit
automatisch
de
gewenste
berekeningen zijn gebaseerd op:
▪ de vooraf ingestelde temperaturen, of
▪ de
gewenste
weersafhankelijke
weersafhankelijk is geactiveerd)
Bovendien wordt, met ingeschakelde Modulatie, de gewenste
aanvoerwatertemperatuur verlaagd of verhoogd in functie van de
gewenste kamertemperatuur en het verschil tussen de werkelijke en
de gewenste kamertemperatuur. Dit resulteert in volgende zaken:
▪ stabiele kamertemperaturen die exact overeenkomen met de
gewenste temperatuur (hoger niveau van comfort)
▪ minder aan/uit-cycli (stiller, groter comfort en grotere effectiviteit)
▪ zo laag mogelijke watertemperaturen om met de gewenste
temperatuur overeen te stemmen (grotere effectiviteit)
Als
Modulatie
is
uitgeschakeld,
aanvoerwatertemperatuur in via [2] Hoofdzone.
#
Code
[2.C.1]
[8‑05]
Modulatie:
▪ 0 Nee (uitgeschakeld)
▪ 1 Ja (geactiveerd)
Let
aanvoerwatertemperatuur kan alleen
op de gebruikersinterface gelezen
worden.
[2.C.2]
[8‑06]
Max modulatie:
▪ 0°C~10°C
Dit is de temperatuur waarde waarmee
de gewenste aanvoerwatertemperatuur
wordt verhoogd of verlaagd.
INFORMATIE
Wanneer modulatie van de aanvoerwatertemperatuur is
ingeschakeld, moet de weersafhankelijke curve hoger
worden ingesteld dan [8-06] plus het instelpunt van de
minimum aanvoerwatertemperatuur nodig om een stabiele
toestand voor het comfortinstelpunt voor de kamer te
bekomen. Voor meer efficiëntie kan modulatie het
instelpunt van de aanvoerwatertemperatuur verlagen. Door
de weersafhankelijke curve hoger te plaatsen kan deze
verlaging niet onder het minimuminstelpunt vallen. Zie de
onderstaande illustratie.
T t
+[8-06]
−[8-06]
a
Weersafhankelijke curve
b
Instelpunt minimum aanvoerwatertemperatuur vereist om
een stabiele toestand te bekomen voor het
comfortinstelpunt voor de kamer.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8 Configuratie
aanvoerwatertemperatuur.
Deze
temperaturen
(indien
stelt
u
de
gewenste
Beschrijving
op:
De
gewenste
a
b
T a
61

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave