5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
P
i
a
DI1
DI3
b
DI4
t
P
Opgenomen vermogen
i
t
Tijd
DI
Digitale ingangen (niveaus vermogenbeperking)
a
Vermogenbeperking ingeschakeld
b
Werkelijke opgenomen vermogen
Opstelling
▪ Vraag-printplaat (optie EKRP1AHTA) nodig.
▪ Er worden maximum vier digitale ingangen gebruikt om het
overeenstemmend
niveau
schakelen:
▪ DI1 = zwakste beperking (hoogst energieverbruik)
▪ DI4 = sterkste beperking (laagst energieverbruik)
▪ Raadpleeg het bedradingsschema voor de specificaties van de
digitale ingangen en waarop deze aan te sluiten.
Configuratie
▪ Stel via de gebruikersinterface de instellingen voor de besturing
van het energieverbruik in [9.9] (voor de beschrijving van alle
instellingen, zie
"De besturing
▪ Selecteer begrenzing door digitale ingangen.
▪ Selecteer het type van beperking (energievermogen in kW of
stroom in A).
▪ Stel het gewenste niveau van vermogenbeperking in dat met
elke digitale ingang overeenstemt.
INFORMATIE
Indien meer dan 1 digitale input (gelijktijdig) gesloten is, is
de voorrang van digitale input vast: DI4 voorrang>...>DI1.
5.6.3
Vermogenbeperking: werking
De buitenunit heeft een betere effectiviteit dan de elektrische
verwarmingen. Om deze reden worden de elektrische verwarmingen
beperkt en eerst AFgezet. Het systeem beperkt het energieverbruik
in de volgende orde:
1
Het beperkt bepaalde elektrische verwarmingen.
Als... voorrang heeft
Productie van warm tapwater
Ruimteverwarming
2
Zet alle elektrische verwarmingen UIT.
3
Beperkt de buitenunit.
4
Zet de buitenunit UIT.
Voorbeeld
Als de configuratie als volgt is:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
22
van
vermogenbeperking
in
energieverbruik" [ 4 78]):
Stel dan de
voorrangsverwarming via de
gebruikersinterface in op...
Boosterverwarming (indien
van toepassing)
Resultaat: De back-
upverwarming zal als eerste
worden UITgezet.
Back-upverwarming
Resultaat: De
boosterverwarming (indien van
toepassing) zal als eerste
worden UITgezet.
▪ Het niveau van vermogenbeperking staat NIET toe dat zowel de
boosterverwarming als de back-upverwarming samen werken
(stap 1 en stap 2).
▪ Voorrangsverwarming
toepassing).
Dan wordt het energieverbruik als volgt beperkt:
P
h
e
d
c
b
a
A
B
C
te
P
Geproduceerde warmte
h
C
Verbruikte energie
e
A
Buitenunit
B
Boosterverwarming
C
Back-upverwarming
a
Beperkte werking van de buitenunit
b
Volle werking van de buitenunit
c
Boosterverwarming AANgezet
d
Stap 1 back-upverwarming AANgezet
e
Stap 2 back-upverwarming AANgezet
5.7
Een externe temperatuursensor
opstellen
U kunt 1 externe temperatuursensor aansluiten. Die meet de
omgevingstemperatuur binnen of buiten. We adviseren om een
externe temperatuursensor te gebruiken in de volgende gevallen:
Binnenomgevingstemperatuur
▪ Wanneer een kamerthermostaat de temperatuur regelt, dan meet
de gebruikersinterface die als kamerthermostaat wordt gebruikt
(EKRUDAS) de binnenomgevingstemperatuur. Daarom moet de
gebruikersinterface die wordt gebruikt als kamerthermostaat op
een plaats geplaatst worden:
▪ Waar de gemiddelde temperatuur in de kamer gedetecteerd
kan worden
▪ Dit betekent: NIET aan rechtstreeks zonlicht blootgesteld
▪ Dit betekent: NIET in de nabijheid van een warmtebron
▪ Dit betekent: NIET door buitenlucht of tocht door bijv. het
openen/sluiten van deuren
▪ Indien
dit
NIET
afstandsbinnensensor aan te sluiten (optie KRCS01-1).
▪ Opstelling: Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding
van de afstandsbinnensensor en het bijlageboek voor optionele
uitrustingen.
▪ Configuratie: selecteer kamersensor [9.B].
Buitenomgevingstemperatuur
▪ De buitenomgevingstemperatuur wordt in de buitenunit gemeten.
Daarom moet de buitenunit op een plaats geplaatst worden:
▪ Langs de noordkant van het huis of langs de kant van het huis
waar zich de meeste warmteafgevers bevinden
▪ Dit betekent: NIET aan rechtstreeks zonlicht blootgesteld
▪ Indien
dit
NIET
afstandsbuitensensor aan te sluiten (optie EKRSCA1).
▪ Opstelling: Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding
van de afstandbuitensensor en het bijlageboek voor optionele
uitrustingen.
▪ Configuratie: selecteer buitensensor [9.B].
=
Boosterverwarming
(indien
C
e
mogelijk
is,
adviseren
mogelijk
is,
adviseren
ERGA04~08DAV3(A) + EHBH/X04+08DA
Daikin Altherma 3 R W
4P496758-1B – 2019.10
van
we
een
we
een