Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Koelmiddelleidingen Voorbereiden; Vereisten Voor De Koelmiddelleidingen; De Koelleidingen Isoleren; De Waterleidingen Voorbereiden - Daikin Altherma 3 R W Series Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur

Inhoudsopgave

Advertenties

6.3
De koelmiddelleidingen
voorbereiden
6.3.1

Vereisten voor de koelmiddelleidingen

INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in
hoofdstuk "Algemene veiligheidsmaatregelen".
▪ Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos
koper.
▪ Diameter leidingen:
Vloeistofleiding
Gasleiding
▪ Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter
Temperingsgraa
(Ø)
d
6,4 mm (1/4")
Uitgegloeid (O)
15,9 mm (5/8")
Uitgegloeid (O)
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de
maximale bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het
naamplaatje van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen
vereist.
6.3.2

De koelleidingen isoleren

▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
▪ met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en
0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
▪ bestand tegen minstens 120°C
▪ Isolatiedikte
Buitendiameter van
Binnendiameter van
de buizen (Ø
)
de isolatie (Ø
p
6,4 mm (1/4")
8~10 mm
15,9 mm (5/8")
16~20 mm
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer
dan  80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20  mm dik
zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te
voorkomen.
6.4

De waterleidingen voorbereiden

▪ Klep naar expansievat. De klep naar het expansievat (indien
aanwezig) MOET open zijn.
6.4.1

Vereisten voor de watercircuits

INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in
hoofdstuk "Algemene veiligheidsmaatregelen".
OPMERKING
Wanneer kunststofleidingen worden gebruikt, zorg ervoor
dat
deze
zuurstofdiffusiedicht
DIN  4726. De diffusie van zuurstof naar de leidingen kan
overmatige corrosie veroorzaken.
ERGA04~08DAV3(A) + EHBH/X04+08DA
Daikin Altherma 3 R W
4P496758-1B – 2019.10
Ø6,4 mm (1/4")
Ø15,9 mm (5/8")
(a)
Dikte (t)
Ø
≥0,8 mm
t
≥1,0 mm
Isolatiedikte (t)
)
i
10 mm
13 mm
zijn
overeenkomstig
▪ De
leidingen
aansluiten
leidingaansluitingen overeenkomstig de toepasselijke wetgeving
en de aanwijzingen in hoofdstuk "Installatie" en houd hierbij
rekening met de waterinlaat en -uitlaat.
▪ De leidingen aansluiten – Kracht. Oefen GEEN overdreven
kracht uit wanneer u de leidingen aansluit. Vervormde leidingen
kunnen storingen in de unit veroorzaken.
▪ De leidingen aansluiten – Gereedschappen. Gebruik alleen
gereedschap dat voor koper geschikt is, aangezien koper een
zacht materiaal is. ANDERS kunnen buizen beschadigd worden.
▪ De leidingen aansluiten – Lucht, vochtigheid, stof. Als lucht,
vocht of stof in het circuit terechtkomt, kunnen storingen ontstaan.
Om dit te voorkomen:
▪ gebruik alleen schone buizen;
▪ houd de uiteinden van de leidingen omlaag tijdens het
verwijderen van bramen;
▪ dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding door
een muur steekt, zodat stof noch vuil in de leiding kan
indringen;
▪ gebruik
een
goed
draadafdichtmiddel
waterdicht te maken.
▪ Gesloten circuit. Gebruik de binnenunit ALLEEN in een gesloten
waterinstallatie. Het systeem in een open waterinstallatie
gebruiken zou overmatige corrosie als gevolg hebben.
▪ Glycol. Om veiligheidsredenen is het NIET toegestaan glycol in
het watercircuit toe te voegen.
▪ Diameter van de leidingen. Selecteer de diameter voor de
waterleidingen op basis van het vereiste waterdebiet en de
beschikbare
externe
statische
"14  Technische gegevens" 
externe statische drukken voor de binnenunit.
▪ Waterdebiet. U kunt het vereiste minimumwaterdebiet voor de
werking van de binnenunit in de volgende tabel vinden. Dit debiet
moet in alle situaties steeds gegarandeerd zijn. Indien het debiet
lager is, zal de binnenunit stoppen te werken en storing 7H geven.
Minimum nodig waterdebiet
12 l/min
▪ Ter plaatse te voorziene onderdelen – Water. Gebruik alleen
materialen die compatibel zijn met water dat in de installatie
gebruikt wordt en met de materialen van de binnenunit.
▪ Ter plaatse te voorziene onderdelen – Waterdruk en -
temperatuur. Controleer of alle componenten in de lokale
leidingen bestand zijn tegen de waterdruk en watertemperatuur.
▪ Waterdruk. De maximum waterdruk bedraagt 4  bar. Voorzie
gepaste veiligheden in het watercircuit om ervoor te zorgen dat de
maximumdruk NIET overschreden wordt.
▪ Watertemperatuur.
Alle
leidingtoebehoren (kleppen, verbindingsstukken enz.) DIENEN
bestand te zijn tegen de volgende temperaturen:
INFORMATIE
De volgende afbeelding is een voorbeeld en stemt mogelijk
NIET overeen met de lay-out van uw installatie.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6 Voorbereiding
Wetgeving.
Maak
om
verbindingen
druk
van
de
pomp.
[ 4   98] voor de grafieken voor de
geplaatste
leidingen
alle
Zie
en
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave