6 Voorbereiding
65°C
T
a
b
c
d e
f
M
f
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Warmtewisselaar
d
Back-upverwarming
e
Pomp
f
Afsluiter
g
Gemotoriseerde 3-wegklep (geleverd bij de tank voor warm
tapwater)
h
Gemotoriseerde 2-wegklep (ter plaatse te voorzien)
i
Verdeelstuk
j
Warmtapwatertank
k
Warmtewisselaarspoel
l
Boosterverwarming
FCU1...3
Ventilatorconvector (optie) (ter plaatse te voorzien)
FHL1...3
Vloerverwarmingslus (ter plaatse te voorzien)
T
Kamerthermostaat (optie) (ter plaatse te voorzien)
▪ Aftappen – Lage punten. Voorzie aftappunten op alle lage
punten van de installatie om het watercircuit volledig te kunnen
aflaten.
▪ Aftappen – Overdrukveiligheidsklep. Sluit de afvoerslang
correct aan op de afvoer om te voorkomen dat er water uit de unit
wordt gemorst. Zie
"7.4.4 De afvoerslang op de afvoer
aansluiten" [ 4 37].
▪ Ontluchtingspunten. Voorzie ontluchtingspunten op alle hoge
punten van de installatie; deze punten moeten voor onderhoud
gemakkelijk bereikbaar zijn. De binnenunit is voorzien van twee
automatische
ontluchtingskleppen.
ontluchtingskleppen NIET te hard zijn vastgedraaid, zodat het
watercircuit automatisch ontlucht kan worden.
▪ Onderdelen met een zinklaag. Gebruik nooit onderdelen met
een zinklaag in het watercircuit. Aangezien het interne watercircuit
in de unit uit koperen buizen bestaat, kan anders overmatige
corrosie optreden.
▪ Niet-koperen metalen leidingen. Wanneer ook niet-koperen
metalen leidingen gebruikt worden, isoleer dan elke koperen
leiding goed van elke niet-koperen leiding, zodat ze NIET met
elkaar in contact kunnen komen. Dit, om galvanische corrosie te
vermijden.
▪ Afsluiter – De circuits van elkaar scheiden. Wanneer een 3-
wegklep in het watercircuit gebruikt wordt, zorg ervoor dat het
warmtapwatercircuit en het circuit van de vloerverwarming volledig
gescheiden zijn.
▪ Klep – Omschakeltijd. Wanneer een 2-wegklep of 3-wegklep in
het watercircuit gebruikt wordt, moet de maximale omschakeltijd
van de klep minder dan 60 seconden bedragen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
28
i
i
h
g
FCU1
FCU2
FCU3
i
M
i
FHL1
FHL2
l
k
FHL3
89°C
j
Controleer
of
▪ Warmtapwatertank – Capaciteit. Om geen watergebrek te
hebben, is het belangrijk dat de opslagcapaciteit van de tank voor
warm tapwater groot genoeg is om aan de dagelijkse behoefte
aan warm tapwater te voldoen.
▪ Warmtapwatertank – Na de installatie. Onmiddellijk na de
installatie moet de tank voor warm tapwater gespoeld worden met
koud water. Deze procedure moet de eerste 5 opeenvolgende
dagen na de installatie minstens eenmaal per dag herhaald
worden.
▪ Warmtapwatertank – Stilstandperiodes. Als er gedurende
langere periodes geen warm water wordt verbruikt, MOET de
apparatuur voor gebruik gespoeld worden met koud water.
▪ Warmtapwatertank – Desinfectie. Voor de desinfectiefunctie van
de warmtapwatertank, raadpleeg "8.4.6 Tank" [ 4 67].
▪ Thermostatische mengkranen. Conform de geldende wetgeving
moeten
er
mogelijk
geïnstalleerd.
▪ Voorzorgsmaatregelen inzake hygiëne. De installatie moet
voldoen aan de geldende wetgeving en vereist mogelijk
bijkomende
voorzorgsmaatregelen
installatie.
▪ Hercirculatiepomp. Conform de geldende wetgeving kan het
mogelijk zijn dat een hercirculatiepomp geplaatst moet worden
tussen het warmwaterafnamepunt en de hercirculatieverbinding
van de tank voor warm tapwater.
a
b
a
Hercirculatieverbinding
b
Warmwateraansluiting
c
Douche
d
Hercirculatiepomp
▪ Klep naar expansievat. De klep naar het expansievat (indien
aanwezig) MOET open zijn.
6.4.2
Formule om de voordruk van het
expansievat te berekenen
De voordruk (Pg) van het expansievat hangt af van het
hoogteverschil (H) van de installatie:
Pg=0,3+(H/10) (bar)
6.4.3
Het watervolume en waterdebiet
controleren
deze
De binnenunit heeft een expansievat van 10 liter met een vooraf
ingestelde voordruk van 1 bar.
Om zeker te zijn dat de unit naar behoren werkt:
▪ controleer het minimum en het maximum watervolume.
▪ U moet mogelijk de voordruk van het expansievat aanpassen.
Minimum watervolume
Controleer of het totale watervolume in de installatie minimum
10 liter bedraagt, waarbij het watervolume in de binnenunit NIET
inbegrepen is.
INFORMATIE
Voor kritieke processen of in kamers met een grote
warmtebelasting kan extra watervolume vereist zijn.
thermostatische
mengkranen
voor
een
c
d
ERGA04~08DAV3(A) + EHBH/X04+08DA
Daikin Altherma 3 R W
4P496758-1B – 2019.10
worden
hygiënische