8 Configuratie
7.10
De installatie van de buitenunit
voltooien
7.10.1
De installatie van de buitenunit voltooien
OPMERKING
Er wordt geadviseerd de koelmiddelleidingen tussen de
binnen- en de buitenunit in een buis te leggen of
afwerkingstape rond deze leidingen te wikkelen.
1 Isoleer en bevestig als volgt de koelmiddelleiding en de
doorverbindingskabel:
c
a
d
b
e
f
a
Gasleiding
b
Isolatie gasleiding
c
Doorverbindingskabel
d
Vloeistofleiding
e
Isolatie vloeistofleiding
f
Afwerkkleefband
2 Plaats het servicedeksel terug.
7.11
De installatie van de binnenunit
voltooien
7.11.1
De binnenunit sluiten
1 Plaats het paneel van de gebruikersinterface terug.
2 Plaats het deksel van de schakelkast terug en sluit de
schakelkast.
3 Plaats het frontpaneel terug.
OPMERKING
Wanneer u het deksel van de binnenunit sluit, let op dat u
het aanhaalkoppel 4,1 N•m NIET overtreft.
8
Configuratie
8.1
Overzicht: Configuratie
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem
na installatie ervan te configureren.
Waarom
Indien u het systeem NIET correct configureert, kan het zijn dat het
NIET als verwacht werkt. De configuratie heeft invloed op de
volgende zaken:
▪ De berekeningen van de software
▪ Wat u op de gebruikersinterface kunt zien en doen
Hoe
U kunt het systeem via de gebruikersinterface configureren.
▪ Eerste
maal
–
Configuratiewizard.
gebruikersinterface (via de binnenunit) voor de eerste maal AAN-
zet, start de configuratiewizard om u te helpen het systeem te
configureren.
▪ Start de configuratiewizard opnieuw op. Als het systeem reeds
is geconfigureerd, kunt u de configuratiewizard opnieuw opstarten.
Om de configuratiewizard opnieuw op te starten, gaat u naar
Uitgebreide handleiding voor de installateur
50
Installateursinstellingen > Configuratie
Voor toegang tot de Installateursinstellingen, zie
meest gebruikte commando's
▪ Nadien. Indien nodig kunt u wijzigingen uitvoeren aan de
configuratie in de menustructuur of de overzichtsinstellingen.
Toegang tot de instellingen – Legende voor tabellen
U
hebt
installateurinstellingen. Beide manieren geven echter GEEN toegang
tot alle instellingen. Indien dit het geval is, staat N.v.t. (Niet van
toepassing) in de betreffende kolommen van de tabellen in dit
hoofdstuk.
Instellingen bereik via de verwijzing in het
hoofdmenuscherm of de menustructuur.
Om verwijzingen te activeren drukt u op de
knop
Instellingen bereiken via de code in het
overzicht lokale instellingen.
Zie ook:
▪
"De installateurinstellingen
▪
"8.6 Menustructuur: Overzicht
8.1.1
Het gebruikertoegangsniveau wijzigen
U kunt het gebruikertoegangsniveau als volgt wijzigen:
1 Ga naar [B]: Gebruikersprofiel.
B
2 Voer de toepasselijke pincode voor het
gebruikertoegangsniveau in.
▪ Blader door de lijst van cijfers en wijzig het
▪ Verplaats de cursor van links naar rechts.
▪ Bevestig de pincode en ga verder.
Pincode installateur
De pincode voor Installateur is 5678. Bijkomende menu-items en
installateurinstellingen zijn nu beschikbaar.
Installateur
5678
Wanneer
u
de
Pincode gevorderde eindgebruiker
De pincode voor Gevorderde
menu-items voor de gebruiker zijn nu zichtbaar.
bereiken" [ 4 50].
INFORMATIE
Wanneer
de
configuratiewizard
gebruikersinterface een overzichtsscherm weergeven en
vragen om te bevestigen. Na bevestiging zal het systeem
opnieuw opstarten en zal het startscherm worden
weergegeven.
op
twee
verschillende
Manier
in het startscherm.
weergeven" [ 4 51]
installateurinstellingen" [ 4 83]
De meest gebruikte commando's bereiken
Gebruikersprofiel
geselecteerde cijfer.
gebruiker is 1234. Bijkomende
ERGA04~08DAV3(A) + EHBH/X04+08DA
assistent.
"8.1.1 De
klaar
is,
zal
de
manieren
toegang
tot
de
Kolom in tabellen
#
Bijvoorbeeld: [9.1.5.2]
Code
Bijvoorbeeld: [C-07]
—
Daikin Altherma 3 R W
4P496758-1B – 2019.10