INFORMATIE
Indien
er
zich
een
vorstbescherming kamer NIET gegarandeerd.
Zie de delen hieronder voor meer gedetailleerde informatie over
Vorstbescherming kamer met betrekking tot de gebruikte manier om
de unit te regelen.
Regeling via de aanvoerwatertemperatuur ([C‑07]=0)
Indien de regeling via de aanvoerwatertemperatuur gebeurt, wordt
Vorstbescherming
kamer
NIET
Vorstbescherming kamer [1.4] geactiveerd is, is een beperkte
vorstbescherming door de unit mogelijk:
Als...
Ruimteverwarming/-koeling
staat UIT en de
buitenomgevingstemperatuur
zakt onder 4°C
Ruimteverwarming/-koeling
staat AAN en de bedrijfsmodus is
"verwarming"
Ruimteverwarming/-koeling
staat AAN en de bedrijfsmodus is
"koeling"
Regeling via externe kamerthermostaat ([C‑07]=1)
Wanneer de regeling via een externe kamerthermostaat gebeurt,
wordt Vorstbescherming kamer gegarandeerd door de externe
kamerthermostaat,
op
voorwaarde
koeling [C.2] AAN is en de instelling van de noodstop [9.5] op
automatisch staat.
In het geval van één aanvoerwatertemperatuurzone:
Als...
Ruimteverwarming/-koeling
staat UIT en de
buitenomgevingstemperatuur
zakt onder 4°C
Ruimteverwarming/-koeling
staat AAN, de externe
kamerthermostaat staat op
"Thermo UIT" en de
buitentemperatuur zakt onder
4°C
Ruimteverwarming/-koeling
staat AAN en de externe
kamerthermostaat staat op
"Thermo AAN"
In het geval van twee aanvoerwatertemperatuurzones:
Als...
Ruimteverwarming/-koeling
staat UIT en de
buitenomgevingstemperatuur
zakt onder 4°C
Ruimteverwarming/-koeling
staat AAN, de externe
kamerthermostaat staat op
"Thermo UIT", de bedrijfsmodus
is "verwarming" en de
buitentemperatuur zakt onder
4°C
ERGA04~08DAV3(A) + EHBH/X04+08DA
Daikin Altherma 3 R W
4P496758-1B – 2019.10
U4-storing
voordoet,
is
gegarandeerd.
Als
echter
Dan...
De unit zal aanvoerwater naar de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen, en
het instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur zal
worden verlaagd.
De unit zal aanvoerwater naar de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen
volgens de normale logica.
Er is geen Vorstbescherming
kamer.
dat
Ruimteverwarming/-
Dan...
De unit zal aanvoerwater naar de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen, en
het instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur zal
worden verlaagd.
De unit zal aanvoerwater naar de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen, en
het instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur zal
worden verlaagd.
Vorstbescherming kamer wordt
gegarandeerd door de normale
logica.
Dan...
De unit zal aanvoerwater naar de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen, en
het instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur zal
worden verlaagd.
De unit zal aanvoerwater naar de
warmteafgevers sturen om de
kamer opnieuw op te warmen, en
het instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur zal
worden verlaagd.
Als...
Ruimteverwarming/-koeling
staat AAN en de bedrijfsmodus is
"koeling"
Regeling via kamerthermostaat ([C‑07]=2)
Bij regeling via een kamerthermostaat wordt Vorstbescherming
kamer [2‑06] gegarandeerd als deze is geactiveerd. In dat geval, en
als de kamertemperatuur onder de vorstbeschermingstemperatuur
[2‑05] zakt, zal de unit aanvoerwater naar de warmteafgevers sturen
om de kamer opnieuw op te warmen.
#
Code
[1.4.1]
[2-06]
Activatie:
▪ 0 Nee: functie Vorstbescherming staat
UIT.
▪ 1 Ja: functie Vorstbescherming staat
AAN.
[1.4.2]
[2-05]
Instelpunt ruimtetemperatuur:
▪ 4°C~16°C
INFORMATIE
Wanneer de gebruikersinterface die wordt gebruikt als
kamerthermostaat
losgekoppeld
bedrading of een beschadigde kabel), dan wordt de
Vorstbescherming kamer NIET gegarandeerd.
OPMERKING
Als Noodbedrijf op Handmatig ([9.5]=0) is ingesteld, en
de noodwerking van de unit wordt geactiveerd, dan zal de
unit gestopt worden en moet hij handmatig opnieuw
worden gestart via de gebruikersinterface. Om de werking
handmatig te herstellen, gaat u naar het Storing
hoofdmenu-scherm, waar de gebruikersinterface u dan zal
vragen om de noodwerking te bevestigen alvorens te
herstarten.
Zelfs wanneer de gebruiker de noodwerking NIET
bevestigt, blijft Vorstbescherming kamer ingeschakeld.
Instelpuntbereik
Alleen van toepassing in kamerthermostaatregeling.
Om energie te besparen door te beletten dat de kamer teveel
verwarmd of afgekoeld wordt, kunt u het bereik van de
kamertemperatuur beperken tijdens de verwarming en/of koeling van
de kamer.
OPMERKING
Wanneer
de
bereiken
aangepast
worden,
kamertemperaturen aangepast worden, zodat ze binnen
de grenswaarden blijven.
#
Code
Minimum instelpunt verwarming
[1.5.1]
[3-07]
Maximum instelpunt verwarming
[1.5.2]
[3-06]
[1.5.3]
[3-09]
Minimum instelpunt koeling
[1.5.4]
[3-08]
Maximum instelpunt koeling
Afwijk. kamersensor
Alleen van toepassing in kamerthermostaatregeling.
Om de (externe) kamertemperatuursensor te kalibreren, stelt u een
afwijking in op de waarde van de kamerthermistor gemeten door de
gebruikersinterface die wordt gebruikt als kamerthermostaat of door
de externe kamersensor. De instelling kan worden gebruikt om
situaties te compenseren waarin de gebruikersinterface die wordt
gebruikt als kamerthermostaat of de externe kamersensor niet op de
ideale plaats kunnen worden geplaatst.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8 Configuratie
Dan...
Er is geen Vorstbescherming
kamer.
Beschrijving
is
(door
een
foute
voor
de
kamertemperaturen
moeten
ook
alle
gewenste
Beschrijving
57