5.4.4
Warmtapwaterpomp voor ogenblikkelijk
warm water
Opstelling
h
f
c
a
i
b
g
a
Binnenunit
b
Warmtapwatertank
c
Warmtapwaterpomp (ter plaatse te voorzien)
f
Douche (ter plaatse te voorzien)
g
Koud water
h
UITGANG warm tapwater
i
Hercirculatieaansluiting
▪ Door een warmtapwaterpomp aan te sluiten stroomt ogenblikkelijk
warm water uit de kraan.
▪ De warmtapwaterpomp en de plaatsing ervan zijn ter plaatse te
voorzien en vallen onder de verantwoordelijkheid van de
installateur. Voor de elektrische bedrading, zie
aansluiten" [ 4 48].
van het warm tapwater
▪ Voor
meer
informatie
hercirculatieverbinding, zie de installatiehandleiding van de
warmtapwatertank.
Configuratie
▪ Voor meer informatie, zie "8 Configuratie" [ 4 50].
▪ U kunt een programma programmeren om de warmtapwaterpomp
via de gebruikersinterface te bedienen. Voor meer informatie, zie
de uitgebreide handleiding voor de gebruiker.
5.4.5
Warmtapwaterpomp voor desinfectie
Opstelling
h
c
a
i
d
f
b
e
g
a
Binnenunit
b
Warmtapwatertank
c
Warmtapwaterpomp (ter plaatse te voorzien)
d
Verwarmingselement (ter plaatse te voorzien)
e
Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
f
Douche (ter plaatse te voorzien)
g
Koud water
h
UITGANG warm tapwater
i
Hercirculatieaansluiting
▪ De warmtapwaterpomp dient ter plaatse te worden voorzien en de
installatie ervan valt onder de verantwoordelijkheid van de
installateur. Voor de elektrische bedrading, zie
aansluiten" [ 4 48].
van het warm tapwater
▪ Als de geldende wetgeving een hogere temperatuur vereist dan
het maximale instelpunt van de tank tijdens desinfectie (zie [2-03]
in de tabel met lokale instellingen), kunt u een warmtapwaterpomp
en verwarmingselement aansluiten zoals hierboven aangegeven.
▪ Indien de geldende wetgeving vereist dat de waterleidingen tot het
aftappunt gedesinfecteerd worden, kunt u een warmtapwaterpomp
en een verwarmingselement (indien nodig) zoals hoger getoond
aansluiten.
Configuratie
De binnenunit kan de werking van de warmtapwaterpomp regelen.
Voor meer informatie, zie "8 Configuratie" [ 4 50].
ERGA04~08DAV3(A) + EHBH/X04+08DA
Daikin Altherma 3 R W
4P496758-1B – 2019.10
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
"7.9.12 De pomp
over
het
aansluiten
van
"7.9.12 De pomp
5.4.6
Warmtapwaterpomp voor voorverwarming
van tank
Opstelling
g
a
h
b
a
Binnenunit
b
Warmtapwatertank
c
Warmtapwaterpomp (ter plaatse te voorzien)
d
Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
e
Douche (ter plaatse te voorzien)
f
Koud water
g
UITGANG warm tapwater
h
Hercirculatieaansluiting
▪ De warmtapwaterpomp dient ter plaatse te worden voorzien en de
installatie ervan valt onder de verantwoordelijkheid van de
installateur. Voor de elektrische bedrading, zie
van het warm tapwater
▪ Voor de autonome warmtapwatertank: als er geen elektrische
back-upverwarming in het ruimteverwarmingscircuit is, moet u een
de
warmtapwaterpomp voor voorverwarming van tank installeren.
Configuratie
De binnenunit kan de werking van de warmtapwaterpomp regelen.
Voor meer informatie, zie "8 Configuratie" [ 4 50].
5.5
De energiemeting instellen
▪ Via de gebruikersinterface kunt u de volgende energiegegevens
aflezen:
▪ Geproduceerde warmte
▪ Verbruikte energie
▪ U kunt de energiegegevens aflezen:
▪ Voor de ruimteverwarming
▪ Voor de ruimtekoeling
▪ Om warm tapwater te produceren
▪ U kunt de energiegegevens aflezen:
▪ Per maand
▪ Per jaar
INFORMATIE
De berekende geproduceerde warmte en energieverbruik
zijn
bij
benadering,
gegarandeerd kan worden.
5.5.1
Geproduceerde warmte
INFORMATIE
De sensoren die gebruikt worden om de geproduceerde
warmte te berekenen, worden automatisch geijkt.
▪ De geproduceerde warmte wordt intern berekend op basis van:
▪ De aanvoerwatertemperatuur en de retourwatertemperatuur
▪ Het debiet
▪ Het energieverbruik van de boosterverwarming (indien van
toepassing) in de warmtapwatertank
▪ Op/instelling en configuratie:
▪ Geen bijkomend apparatuur nodig.
▪ Alleen wanneer een boosterverwarming in het systeem
aanwezig is, meet dan zijn capaciteit (door de weerstand te
meten) en stel de capaciteit via de gebruikersinterface in.
c
e
d
f
"7.9.12 De pomp
aansluiten" [ 4 48].
daar
de
nauwkeurigheid
Uitgebreide handleiding voor de installateur
niet
19