Bijlage A: Elektromagnetische emissie en immuniteit
o) Van toepassing op ME-APPARATEN en ME-SYSTEMEN met een NOMINALE ingangsstroom die lager is dan
of gelijk is aan 16 A / fase en ME-APPARATEN en ME-SYSTEMEN met een NOMINALE ingangsstroom van
meer dan 16 A / fase.
p) Van toepassing op ME-APPARATEN en ME-SYSTEMEN met een NOMINALE ingangsstroom die lager is dan
of gelijk is aan 16 A / fase.
q) Bij sommige fasehoeken kan het toepassen van deze test op ME-APPARATEN met netstroomingang via een
transformator het openen van een overspanningsbeveiligingsapparaat veroorzaken. Dit kan gebeuren als gevolg
van de verzadiging van de magnetische flux van de transformatorkern na de spanningsdaling. In dit geval moet
het ME-APPARAAT of ME-SYSTEEM BASISVEILIGHEID bieden tijdens en na de test.
r) Voor ME-APPARATEN en ME-SYSTEMEN die meerdere spanningsinstellingen of automatische spanningsbe-
reikbepaling hebben, moet de test worden uitgevoerd bij de minimale en maximale NOMINALE ingangsspan-
ning. ME-APPARATEN en ME-SYSTEMEN met een NOMINALE ingangsspanning van minder dan 25% van de
hoogste NOMINALE ingangsspanning moeten worden getest bij één NOMINALE ingangsspanning binnen het
bereik. Zie tabel 1 opmerking c) voor voorbeeldberekeningen.
BNLPPIQDFUWEB / Rev.04 / 08-2018
73/74