Controleer werking en instelling van de verlichting
24.4 Functiebereiken van testkaart
Tests in modus witlicht-fluorescentie-observatie
Controleer de afstelling van het fluorescentiebeeld met het
witlicht-beeld.
1. Alle lichte fluorescentie-punten moeten precies in de gaten
van de kleurvlakken (A-D) vallen.
Leica GLOW800
A
10 746 513-xx
0
B
Leica GLOW800
10 746 513-xx
0
2. Controleer de fluorescentie-intensiteit (A–D).
Bij de vereiste WD = 350 mm,
vergroting = 3,0× en
helderheid GLOW800 = 50%
In GLOW800-fluorescentie-modus moeten ten minste de
fluorescentie-balken 1-6 zichtbaar zijn (E)!
3. Controleer of de fluorescentie-pseudokleur de juiste voor u is.
Leica GLOW800
F
10 746 513-xx
0
G
4. Controleer de kleuren (F–I) van het witlicht-beeld in de
witlicht-modus. De zachte kleuren van de 4 kleurvlakken rood,
geel, groen en blauw moeten met dezelfde kleur op de
videomonitor worden weergegeven.
74
1
2
3
4
5
6
7
8
9
!
Please read the Leica
GLOW800 user manual!
1
2
3
4
5
6
7
8
9
!
Please read the Leica
GLOW800 user manual!
1
2
3
4
5
6
7
8
9
!
Please read the Leica
GLOW800 user manual!
GLOW800 / Ref. 10 747 241 / Version 05
Tests in modus zwart-wit-fluorescentie-observatie
C
Controleer de fluorescentie-intensiteit. Bij de vereiste WD = 350 mm,
vergroting = 3,0× en verlichting = 50% in GLOW800-fluorescentie-
modus moeten ten minste de fluorescentie-balken 1-6 zichtbaar zijn.
D
Zijn er minder balken zichtbaar, controleer dan of:
• De kaart is verlopen
• De drempel staat ingesteld op 0% (lager) tot 100% (hoger).
• De verlichtingssystemen correct werken:
• De luxmeter-weergave in orde is
• Het aantal branduren van de lamp niet te hoog is
• De lichtgeleider in orde is
E
Neem contact op met de Leica-service als verder onderzoek nodig is.
H
I
Leica GLOW800
10 746 513
1–6