De geschiktheid van een pan bepalen
Controleer uw pannen met een magneet. Als de
magneet zich hecht en de pan heeft de juiste diameter,
dan is de pan geschikt voor gebruik met inductie. Ook
pannen met daarop een symbooltje dat aangeeft dat
de pan geschikt is voor koken met inductie.
Opmerking – wanneer bepaalde pannen
4
worden gebruikt, hoort u mogelijk
verschillende soorten lawaai vanuit de
pannen. Dit ligt aan het ontwerp van
de pannen en heeft geen effect op de
prestatie of veiligheid van de kookplaat.
Laat pannen tijdens gebruik niet in contact komen
met de gekleurde randen, om verkleuring van het
oppervlakte te voorkomen.
Kleinst aanbevolen pandiameter
145 mm
P R O B L E M E N M E T D E
I N D U C T I E KO O K P L A AT V E R H E L P E N
Onafhankelijkheid van de
bedieningsknoppen bij een fout
Als één bedieningsknop niet goed werkt, blijven alle
andere bedieningsknoppen zoals verwacht werken.
Een kookzone die een fout vertoont,
4
wordt automatisch uitgeschakeld.
Kabelbreuk of verkeerd geplaatste pan
Als er een kabel breekt of een pan is verkeerd geplaatst
volgens de geselecteerde kookzone, wordt de kookzone
automatisch uitgeschakeld.
145 mm
120 mm
26
Permanent gebruik van knoppen
Als een bedieningsknop langer dan 30 seconden
onafgebroken te ver naar een speciale stand blijft
gedraaid, detecteert de inductiekookplaat het
permanente gebruik van knoppen.
De overeenkomstige display van de bedieningsknop
toont het flitssymbool als foutindicator.
3 seconden nadat de bedieningsknop uit de speciale
stand wordt gedraaid, verdwijnt het flitssymbool uit
de display.
Verwijdering van foutmeldingen
Als er een foutmelding aanwezig is, moet de
inductiekookplaat detecteren dat de storing is
verholpen. Draai de bedieningsknop naar de stand nul.
Geactiveerde kinderslotfunctie
Als de kinderslotfunctie actief is, zal de
inductiekookplaat niet reageren op de
bedieningsknoppen.