PROBLEMEN OPLOSSEN
De problemen in deze tabel zijn algemene storingen die kunnen voorkomen in de bediening. Deze problemen worden meestal
veroorzaakt door een onjuiste ophanging, onbedoeld verkeerd ingestelde regelparameters of door een programmeerfout van de
operator. Ze worden doorgaans niet veroorzaakt door storingen in het circuit. Lees deze tabel en de betreffende hoofdstukken
van deze instructiehandleiding voordat u aanneemt dat de zendontvanger een storing heeft.
Opmerking: leggen van een draagbare, op elektriciteit aangesloten zendontvanger naast deze zendontvanger kan ruis veroorzaken in de
zendontvanger.
Probleem
De zendontvanger
1 Stroomvoeding is
schakelt niet in na
aansluiting op een
2 Defecte netsnoer.
gelijkstroomvoeding van
13,8 V en na drukken
op [ ].
3 Het netsnoer is niet goed
Er verschijnt niets op
het display en er is
4 De netsnoerzekering is open.
geen ontvangerruis
waarneembaar.
De zendontvanger
1 De ingangsspanning ligt buiten
functioneert na
inschakeling niet
normaal. Er verschijnen
2 De microprocessor functioneert
bijvoorbeeld geen of
onjuiste cijfers op het
display.
De zendontvanger zendt
Het huidige stroomvoedingbereik
na inschakeling niet uit.
is te laag.
De zendontvanger
1 Procedures worden niet
reageert niet goed
na het indrukken van
2 De frequentievergrendelfunctie
toetscombinaties
of draaien van
regelknoppen volgens
3 De microprocessor en zijn
de instructies in deze
handleiding.
De frequentie kan niet
De frequentievergrendelfunctie is
worden gewijzigd.
ingeschakeld.
De SSB-geluidskwaliteit
1 De verkeerde bedrijfsmodus
is heel slecht. Er zijn
geen hoge of lage
geluidsfrequenties.
2 De IF-filter is niet correct
3 Ruisonderdrukking 1 of 2 is
4 Puls annuleren 1 of 2 is
Er worden geen
1 De SQL-regelknop staat
signalen ontvangen
of de
2 De attenuator is ingeschakeld.
ontvangstgevoeligheid
lijkt slecht.
3 MIC [PTT] is ingedrukt.
4 De IF-filterbandbreedte was
5 De verkeerde antenne-
6 De voorversterker is
7 Er is een interne DSP-fout
Waarschijnlijke oorzaak
uitgeschakeld.
aangesloten.
13,8 V DC ±15%
(11,7 ~ 15,8 V DC)
slecht.
precies opgevolgd.
is ingeschakeld.
geheugen moeten worden
teruggesteld.
is geselecteerd voor de
zendontvanger.
ingesteld.
ingeschakeld.
ingeschakeld.
volledig naar rechts.
niet correct ingesteld.
aansluiting (ANT 1 of ANT 2)
was geselecteerd.
uitgeschakeld.
opgetreden.
Oplossing
1 Schakel de stroomvoeding in.
2 Controleer het netsnoer. Controleer of de polen
juist zijn (rood: positief (+); zwart; negatief (–)).
3 Controleer of de aansluitingen op de
stroomvoeding goed zijn aangebracht.
4 Vind de oorzaak van de gesprongen zekering.
Plaats nadat u een probleem hebt onderzocht en
opgelost een nieuwe zekering met de opgegeven
spanning.
1 Corrigeer de ingangsspanning of gebruik een
batterij van 12 ~ 16 V .
2 Zie "MICROPROCESSOR TERUGSTELLEN".
Wanneer u weet welke data verloren gaat, stelt u
de VFO terug. Als het probleem blijft voortduren,
voert u een volledige terugstelling uit.
Gebruik een stroomvoeding met een stroombereik van
20,5 A of hoger
1 Zie "GEBRUIKTE SCHRIJFCONVENTIES".
2 Druk op [FINE (F.LOCK)] en houd deze toets
ingedrukt om de functie uit te schakelen. Het
pictogram "
" verschijnt.
3 Zie "MICROPROCESSOR TERUGSTELLEN".
Wanneer u weet welke data verloren gaat, voert
u een gedeeltelijke terugstelling uit. Als het
probleem blijft voortduren, voert u een volledige
terugstelling uit.
Druk op [FINE (F.LOCK)] en houd deze toets
ingedrukt om de functie uit te schakelen. Het
pictogram "
" verschijnt.
1 Selecteer USB of LSB als de modus.
2 Draai de HI/SHIFT- of LO/WIDTH -regelknop om
de DSP-filterbreedte af te stellen.
3 Druk op [NR (LEV)] totdat de NR-functie
uitschakelt.
4 Druk op [BC (A.NOTCH)] totdat de BC-functie
uitschakelt.
1 Draai de SQL-regelknop linksom.
2 Druk op [ATT (RX ANT)] om de attenuator uit te
schakelen.
3 Laat MIC [PTT] los.
4 Raadpleeg "DSP-FILTERS" en zet de
regelelementen hierop in.
5 Druk op [PRE (ANT 1/2)] en houd deze toets
ingedrukt om de andere antenne-aansluiting te
selecteren.
6 Druk op [PRE (ANT 1/2)] om de functie in te
schakelen.
7 Start de zendontvanger opnieuw door de stroom
uit en vervolgens weer in te schakelen. Raadpleeg
als het probleem blijft aanhouden een erkend
servicecentrum van Kenwood.
15 PROBLEMEN OPLOSSEN
Pagina
10
1
1
2
1
78
1
ii
53
78
53
11
38
39
39
12
40
13
38
50
40
—
N-75