Nr.
Functie
134
CW T.
200
VOICE1
201
VOICE2
202
VOICE3
203
MONITOR
204
TX TUNE
205
DATA SEND
206
DOWN
207
UP
208
EMERGENCY
UIT
Opmerkingen:
◆
Toegewezen toetsfuncties kunnen afhankelijk van de instelling
mogelijk niet werken.
◆
[AGC SEL] kan worden gebruikt in andere dan de FM-modus en
kan een stapniveau instellen van de gekozen AGC-tijdinstelling
(SNEL/ LANGZAAM).
◆
[TONE SEL] kan ook in de FM-modus worden gebruikt terwijl
TONE of CTCSS is ingeschakeld,
DSP RX EQUALIZER
NIVEAUREGELING VOOR ONTVANGEN GELUID
Gebruik menunummer 31 om de frequentieresponsen
van de ontvanger van het doelsignaal te wijzigen. U kunt
kiezen uit 8 verschillende ontvangerprofielen, waaronder
de standaard vlakke frequentierespons. Als u een van de
volgende items selecteert in het menu, verschijnt "
het display.
•
Uit (oFF):
Lichte afzwakking (1 kHz of hogere geluidsfrequenties).
•
Hoge boost 1 (hb1):
Accentueert hogere geluidsfrequenties.
•
Hoge boost 2 (hb2):
Accentueert hogere geluidsfrequenties maar de
afzwakking van de lagere geluidsfrequenties is minder
dan hoge boost1 (hb1).
•
Formant-doorloop (FP):
Verbetert de helderheid door geluidsfrequenties buiten
het normale stemfrequentiebereik te onderdrukken.
•
Basboost 1 (bb1):
Accentueert lagere geluidsfrequenties.
•
Basboost 2 (bb2):
Accentueert lagere geluidsfrequenties maar de
afzwakking van de hogere geluidsfrequenties is minder
dan basboost1 (hb1).
•
Vlak (FLAT):
De vlakke frequentierespons.
•
Gebruiker (U):
Gereserveerd voor de ARCP-software. UIT is de
standaardfabrieksinstelling.
Opmerking
[PF A] standaard
[PF B] standaard
De onderste meter tijdens
zenden
Mic [PF4] standaard
De invoerstem van
het datastation wordt
verzonden
Mic [DWN] standaard
Mic [UP] standaard
Noodfrequentie-oproep
(alleen K-type)
Geen functie
" op
12 HANDIGHEDEN VOOR DE OPERATOR
RX MONITOR
De RX-monitor schakelt tijdelijk de squelch-functie uit om de
huidige frequentieactiviteiten te bewaken.
Als u de RX-monitorfunctie wilt gebruiken, wijst u eerst
de functie toe aan een PF-toets (op het voorpaneel of de
microfoon).
1 Druk op [MENU] en vervolgens op [Q-M.IN]/ [Q-MR] of
draai de MULTI/CH-regelknop om menunummer 79 ~ 86
te selecteren.
2 Druk op [M.IN]/ [SCAN (SG.SEL)] om "203" te
selecteren.
3 Druk op [MENU] om de Menumodus te verlaten.
4 Druk op de toegewezen [PF]-toets.
•
Wanneer u op de [PF]-toets drukt, schakelt de
luidspreker in.
TIME-OUT TIMER
De time-out-timer beperkt de tijd van iedere zending. Dit is
ook nuttig om een lange onbedoelde zending te voorkomen.
1 Druk op [MENU] en vervolgens op [Q-M.IN]/ [Q-MR] of
draai de MULTI/CH-regelknop om menunummer 49 te
openen.
2 Druk op [M.IN]/ [SCAN (SG.SEL)] om "oFF", "3", "5",
"10", "20" of "30" minuten te selecteren.
3 Druk op [MENU] om de Menumodus te verlaten.
TRANSVERTER
Als u een transverter hebt die de TS-590S-
bedrijfsfrequenties naar andere frequenties omzet,
kunt u deze TS-590S-zendontvanger gebruiken als een
transverter-opwekker. Raadpleeg de instructiehandleiding
bij de transverter voor de interface met de TS-590S-
zendontvanger.
FREQUENTIE-DISPLAY
1 Sluit de transverter aan op de ANT 1, ANT 2, RX ANT of
DRV-aansluiting van de TS-590S.
2 Selecteer de bedrijfsfrequentie voor de opwekker op de
zendontvanger.
•
De transverter gebruikt vervolgens deze frequentie
voor het omzetten van frequenties.
3 Druk op [MENU] en vervolgens op [Q-M.IN]/ [Q-MR] of
draai de MULTI/CH-regelknop om menunummer 50 te
openen.
4 Druk op [M.IN]/ [SCAN (SG.SEL)] om "1" te selecteren.
•
Het uitvoervermogen wordt automatisch op het
laagste vermogen ingesteld voor die frequentie
(standaard). Zie "TX-VERMOGEN" {hieronder}.
5 Druk op [MENU] om de Menumodus te verlaten.
6 Druk op [ENT] en stel vervolgens de
doelomzetfrequentie in met behulp van de
nummertoetsen.
7 Druk op [ENT] om de invoer te voltooien.
•
De zendontvanger toont de doefrequentie
van de transverter in plaats van de werkelijk
bedrijfsfrequentie.
N-55