GEHEUGENEIGENSCHAPPEN
GEHEUGENKANALEN
Deze zendontvanger biedt 110 geheugenkanalen die zijn
genummerd van 00 tot 99 en P0 tot P9 voor opslag van
bedieningsfrequentiedata, modi en andere informatie. De
geheugenkanalen van 00 tot 99 worden conventionele
geheugenkanalen genoemd. Geheugenkanalen P0 tot
P9 zijn ontworpen voor het programmeren van VFO-
afstembereiken en scanbereiken. Hieronder ziet u een
overzicht van de data die u kunt opslaan.
Conventionele geheugenkanalen worden gebruikt voor
opslag van data die u vaak oproept. U kunt bijvoorbeeld de
frequentie opslaan waarop u regelmatig clubleden ontmoet.
Parameter
RX-frequentie
TX-frequentie
Modus voor RX
Modus voor TX
Programmeerbare VFO-start/
eindfrequenties
Toonfrequentie
CTCSS-frequentie
AAN/UIT-status Toon/CTCSS
Geheugennaam
Blokkering geheugenkanaal
AAN/UIT
1
Wijzigen van de data na oproepen van een geheugenkanaal leidt
tot overschrijving van de inhoud van het kanaal.
DATA IN GEHEUGEN OPSLAAN
U kunt 2 methodes gebruiken voor het opslaan van
zend-/ontvangstfrequenties en aanverwante data in de
geheugenkanalen 00 tot 99. U kunt beide methodes
gebruiken afhankelijk van de zend- en ontvangstfrequenties
die u opslaat:
•
Simplex-kanalen:
RX-frequentie = TX-frequentie
•
Split-frequentiekanalen:
RX-frequentie ≠ TX-frequentie
De geheugenkanalen P0 tot P9 kunnen ook worden gebruikt
als simplex-kanalen.
Opmerking: als RIT of XIT is ingeschakeld, wordt de frequentie die
de RIT- of XIT-offset bevat opgeslagen.
■
Simplex-kanalen
1 Druk op [A/B (A=B)] om VFO A of VFO B te
selecteren.
•
"
" of "
" verschijnt en geeft aan welke VFO
is geselecteerd.
2 Selecteer de frequentie, modus, etc. die u wilt
opslaan.
3 Druk op [M.IN] om de Geheugenzoekmodus te
openen.
•
"
" verschijnt.
Kanaal
Kanaal
00 ~ 99
P0 ~ P9
Ja
1
Ja
(simplex)
Ja
Ja
1
Ja
(simplex)
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
1
1
Ja
Ja
•
Druk op [CLR] om de Geheugenzoekmodus te
verlaten en het opslagproces af te breken.
4 Draai de MULTI/CH-regelknop of druk op Mic [UP]/
[DWN] om een geheugenkanaal te selecteren.
•
U kunt ook een kanaal selecteren door een 2-
cijferig nummer in te voeren, bijvoorbeeld 12, met
behulp van de cijfertoetsen. Druk op [1.8 (1)],
[3.5 (2)] bijvoorbeeld.
5 Druk nogmaals op [M.IN] om de data op te slaan.
•
De eerder in het kanaal opgeslagen data wordt
overschreven.
■
Split-frequentiekanalen
1 Druk op [A/B (A=B)] om VFO A of VFO B te
selecteren.
•
"
" of "
" verschijnt en geeft aan welke VFO
is geselecteerd.
2 Selecteer de frequentie, modus, etc. die u wilt
opslaan.
•
Deze frequentie en modus worden gebruikt voor
zenden.
3 Druk op [A/B (A=B)] om een andere VFO te
selecteren.
4 Selecteer de ontvangstfrequentie en modus.
5 Druk op [SPLIT].
•
"
" verschijnt.
6 Druk op [M.IN] om de Geheugenzoekmodus te
openen.
•
Druk op [CLR] om de Geheugenzoekmodus te
verlaten en het opslagproces af te breken.
7 Draai de MULTI/CH-regelknop of druk op Mic [UP]/
[DWN] om een geheugenkanaal te selecteren.
•
U kunt ook een kanaal selecteren door een 2-
cijferig nummer in te voeren, bijvoorbeeld 12, met
behulp van de cijfertoetsen. Druk op [1.8 (1)],
[3.5 (2)] bijvoorbeeld.
8 Druk nogmaals op [M.IN] om de data op te slaan.
•
De eerder in het kanaal opgeslagen data wordt
overschreven.
Opmerking: als subtoonfrequenties verschillen tussen TX en
RX tijdens de splitbewerking van de geheugen-VFO, wordt de
subtoonfrequentie voor TX opgeslagen in het geheugenkanaal.
N-41