7 COMMUNICATIEHULPMIDDELEN
AANPASSEN VAN ZENDSIGNAALEIGENSCHAPPEN
De kwaliteit van uw zendsignaal is belangrijk, ongeacht uw
zendactiviteit. Vaak sta je hier niet bij stil omdat je niet naar
je eigen signaal luistert.
De volgende paragrafen bevatten informatie over het
aanpassen van uw zendsignaal.
■
TX-filterbandbreedte (SSB/ AM)
Gebruik menunummer 25 om een van de volgende
TX-hoogdoorlaatfilters te selecteren: 10, 100, 200, 300
(standaard), 400 of 500 Hz.
Gebruik menunummer 26 om een van de volgende
TX-laagdoorlaatfilters te selecteren: 2500, 2600, 2700
(standaard), 2800, 2900 of 3000 Hz.
■
TX-filterbandbreedte (LSB-DATA/ USB-DATA)
Gebruik menunummer 27 om een van de volgende
TX-hoogdoorlaatfilters te selecteren: 10, 100, 200, 300
(standaard), 400 of 500 Hz.
Gebruik menunummer 28 om een van de volgende
TX-laagdoorlaatfilters te selecteren: 2500, 2600, 2700
(standaard), 2800, 2900 of 3000 Hz.
■
TX-equalizer (SSB/ AM/ FM)
Gebruik menunummer 30 om de zendfrequentie-
eigenschappen van uw signaal te wijzigen. U kunt
kiezen uit 1 van 6 verschillende zendprofielen,
waaronder de standaard vlakke frequentierespons. Als
u een van de volgende items selecteert in het menu,
verschijnt "
" op het display.
•
Uit (oFF):
De vlakke frequentierespons voor SSB, FM en AM
(standaard).
•
Hoge boost 1 (Hb1)/ Hoge boost 2 (Hb2):
Accentueert hogere geluidsfrequenties; nuttig bij
zwaar stemgeluid. Hoge boost 2 verlaagt de lage
frequentie minder dan hoge boost 1.
•
Formant-doorloop (FP):
Verbetert de helderheid door geluidsfrequenties
buiten het normale stemfrequentiebereik te
onderdrukken.
•
Basboost 1 (bb1)/ Basboost 2 (bb2):
Accentueert lagere geluidsfrequenties; nuttig voor
een stem met een hoger frequentiebereik. Basboost
2 accentueert meer lage frequentieresponsen.
•
Conventioneel (c):
Accentueert bij 3 dB frequenties op 600 Hz en hoger.
•
Gebruiker (U):
Gereserveerd voor de optionele ARCP-software.
Uit (oFF) is de standaardfabrieksinstelling.
N-32
Frequentieresponscurven
Amplitude
0,1
1,0
Opmerking: u kunt bij gebruik van de ARCP-590 iedere vooraf
ingestelde waarde tijdelijk wijzigen.
ZENDEN BLOKKEREN
Zenden blokkeren voorkomt dat de zendontvanger in de
zendmodus wordt gezet. Er wordt geen signaal uitgezonden
als deze functie is ingeschakeld, zelfs als u op Mic [PTT]
drukt.
•
TX blokkeren UIT: zenden is toegestaan.
•
TX blokkeren AAN: zenden is niet toegestaan.
Schakel deze functie in of uit via menunummer 60.
De standaardinstelling is UIT.
BEZET BLOKKERING
Met Bezet blokkering voorkomt u dat de zendontvanger in de
zendmodus wordt gezet als de huidige bedieningsfrequentie
bezet is. Met andere woorden, als de squelch open is, kunt
u niet zenden.
•
Bezet blokkering UIT: zenden is toegestaan.
•
Bezet blokkering AAN: zenden is niet toegestaan.
Schakel deze functie in of uit via menunummer 74.
De standaardinstelling is UIT.
WIJZIGEN VAN FREQUENTIE TIJDENS ZENDEN
Het is meestal niet verstandig uw frequentie te wijzigen
tijdens het zenden vanwege mogelijke interferentie
met andere stations. U kunt indien nodig echter de
afstemregelknop gebruiken als u de bedieningsfrequentie
toch wilt wijzigen tijdens het zenden. U kunt ook de XIT-
offsetfrequentie in de zendmodus wijzigen.
Als u tijdens het zenden een frequentie kiest die buiten
het zendfrequentiebereik ligt, wordt de zendontvanger
automatisch teruggezet naar de ontvangstmodus.
oFF
Hb2
HP
bb1
c
2,0
Geluidsfrequentie (kHz)