12 HANDIGHEDEN VOOR DE OPERATOR
In de onderstaande tabel ziet u een voorbeeld van de
instelling van de Automatische modusfrequentie.
Frequentie
Kanaalnummer
(MHz)
00
1,620 AM
01
2,000 CW
02
3,500 LSB
03
3,525 CW
04
10,100 LSB
05
10,150 CW
06
14,000 USB
07
14,070 CW-R
08
14,112 FSK
09
18,068 USB
10
18,110 CW
11
21,000 USB
12
21,070 CW
13
21,125 FSK-R
14
21,150 CW
15
24,890 USB
16
24,930 CW
17
28,000 USB
18
28,070 CW
19
28,150 FSK
20
28,200 CW
21
29,000 USB
22
30,000 FM-DATA
23
50,000 USB
24
50,100 CW
25
51,000 USB
26
52,000 FM
27
52,000 LSB
28
52,000 LSB
29
52,000 LSB
30
52,000 LSB
31
52,000 LSB
•
De frequenties voor de kanalen 27 ~ 31 zijn niet
geconfigureerd. Omdat zij echter dezelfde frequentie
zijn als kanaal 26, zijn dit FM-frequenties
51,0 MHz ≤ f < 52,0 MHz.
•
Omdat de frequenties boven 52,0 MHz niet zijn
geconfigureerd, zijn dit USB-frequenties
52,0 MHz ≤ f < 60,0 MHz
N-52
Frequentie-bereik
Modus
(MHz)
0,030 ≤ f <
1,620 ≤ f <
2,000 ≤ f <
3,500 ≤ f <
3,525 ≤ f <
10,100
10,100 ≤ f <
10,150
10,150 ≤ f <
14,000
14,000 ≤ f <
14,070
14,070 ≤ f <
14,112
14,112 ≤ f <
18,068
18,068 ≤ f <
18,110
18,110 ≤ f <
21,000
21,000 ≤ f <
21,070
21,070 ≤ f <
21,125
21,125 ≤ f <
21,150
21,150 ≤ f <
24,890
24,890 ≤ f <
24,930
24,930 ≤ f <
28,000
28,000 ≤ f <
28,070
28,070 ≤ f <
28,150
28,150 ≤ f <
28,200
28,200 ≤ f <
29,000
29,000 ≤ f <
30,000
30,000 ≤ f <
50,000
50,000 ≤ f <
50,100
50,100 ≤ f <
51,000
51,000 ≤ f <
52,000
PIEPTOONFUNCTIE
De pieptoonfunctie bevestigt de invoer, foutstatus en
storingen van de zendontvanger.
U kunt de pieptoonfunctie uitschakelen via menunummer
03. Wij raden u echter aan deze functie ingeschakeld te
1,620
laten om onverwachte fouten en storingen te detecteren. U
2,000
kunt ook het uitvoerniveau van de pieptoon wijzigen door
menunummer 03 te openen en "1" tot "9" te selecteren.
3,500
De zendontvanger genereert de volgende morsetekens
3,525
om de geselecteerde modus aan te geven wanneer u van
bedrijfsmodus verandert:
Modus
USB
LSB
CW
FSK
AM
FM
USB-DATA
LSB-DATA
CW-R
FSK-R
FM-NAR
FM-DATA
FM-NAR-DATA
De zendontvanger genereert ook de volgende
waarschuwings-, bevestigings- en storingspieptonen.
Pieptoontype
Kort, hoog
Dubbel, hoog
Er klinkt 3 keer een
hoog piepgeluid.
Long, hoog
Kort, regelmatig
Kort, laag
Morse "UL"
Morse "S"
Morse "5"
Morse "SWR"
Morse "CHECK"
Morse "BT"
Morse "AR"
Morseteken-uitvoer
• • –
(U)
• – • •
(L)
– • – •
(C)
• – •
(R)
• –
(A)
• • – •
(F)
• • – – • •
(UD)
• – • • – • •
(LD)
– • – • • – •
(CR)
• – • • – •
(RR)
• • – • – •
(FN)
• • – • – • •
(FD)
• • – • – • – • •
(FND)
Betekenis
Een geldige toets ingedrukt.
Er is een secundaire functie
geselecteerd.
De derde functie is geaccepteerd.
Toetsinvoer geaccepteerd, scannen
start of AT-afstemming voltooid.
Een functie is uitgeschakeld.
Een ongeldige toets ingedrukt.
De interne ontgrendelstatus van het
PLL-circuit is gedetecteerd.
Automatisch afstemmen CW kan niet
worden voltooid of een ongeldige
frequentie ingevoerd.
AT afstemmen kan niet worden
voltooid binnen de opgegeven tijd.
De SWR van de antenne is te hoog
(meer dan 10:1) om AT-afstemming
uit te voeren.
1 minuut voordat de APO
(Automatisch uitschakelen)-functie
de zendontvanger uitschakelt,
schakelt een beschermingscircuit
in of een ongeldige spanning is
gedetecteerd.
Wachten voor opname van een CW-
melding.
Het huidige berichtengeheugen is
vol.