Code
Waar-
Storing
schuwing
–
E46
W52
–
W57
–
–
E84
–
E138
W139
–
70
Storingen opzoeken
Melding
Waarschijnlijk oorzaak/oplossing
Aftappen
De afvoerpomp is gedurende langere tijd actief geweest zonder dat het waterniveau in het
controleren
reservoir is veranderd. Het apparaat moet kunnen leeglopen voor optimale prestaties.
•
Los het probleem op voordat u het apparaat opnieuw opstart.
De tegendruk in de afvoerleiding veroorzaakte mogelijk een langzame afvoer.
•
Verwijder eventuele verstoppingen in het afvoersysteem.
Losse verbinding.
•
Controleer de verbindingen tussen het drivermoederbord en de vlotter alsmede de
afvoerpomp.
De vlotters kunnen vastzitten.
•
Controleer visueel of de verschillende leds op het printplaat van de niveauregelaar oplichten
als het waterniveau in het reservoir (de vlotterkamer) verandert. Reinig indien nodig de
niveauregelaar – zie
De afvoerpomp is mogelijk verstopt.
•
Reinig de afvoerpomp – zie
Vlotter inconsistent
Bij de opstart van het apparaat stijgen de vlotterniveaus niet logischerwijs van laagwaterniveau
L1 (rode led) naar hoogwaterniveau L5 (gele led).
Overmatige tegendruk in de stoomleiding.
•
Controleer de stoomleiding.
De vlotterniveausensor werkt mogelijk niet goed.
•
Controleer alle slangen en aansluitingen op de niveauregelaar.
•
Reinig de niveauregelaar – zie
Startcode
Activeringscode die nodig is om de luchtbevochtiger te gebruiken.
Activeringscode ontbreekt.
•
Neem contact op met uw Condair-vertegenwoordiger.
Besturingskaart
Er is geen communicatie tussen het geïntegreerde regelmoederbord en het drivermoederbord.
De instellingen dan de DIP-schakelaar zijn niet correct.
•
Controleer de instellingen van de DIP-schakelaar.
Communicatiekabel tussen het drivermoederbord en het geïntegreerde regelmoederbord
is niet goed aangesloten.
•
Zorg ervoor dat de RS485-kabel is aangesloten op J15 (RS4851) op het drivermoederbord
en op J12 op het geïntegreerde regelmoederbord.
•
Controleer of LED1 en LED10 op het drivermoederbord knipperen als het apparaat is
ingeschakeld. Neem anders contact op met uw Condair-vertegenwoordiger.
Niet-gespecificeerde storing drivermoederbord.
•
Controleer of LED10 op het drivermoederbord knippert. Neem anders contact op met uw
Condair-vertegenwoordiger.
Te hoge temp.
De veiligheidssensor van de rookgasafvoer of het reservoir heeft de veiligheidsgrens over-
schreden. Het apparaat werkt niet wanneer deze storing actief is. Herstel het probleem
eerst en reset vervolgens de oververhittingsschakelaar zoals beschreven in
Mogelijk werkt het apparaat met een onjuist waterniveau.
•
Controleer de goede werking van de niveauregelaar.
De rookgasafvoer is mogelijk geblokkeerd.
•
Zorg ervoor dat de rookgasafvoer vrij is van obstructies.
Mogelijk werkt de dubbele vulafsluiter niet correct.
•
Zie de procedure voor het oplossen van problemen voor de storingscode
troleren"".
Thermokoppeldraad is mogelijk beschadigd.
•
Controleer het thermokoppeldraad visueel op knikken of andere schade.
Overmatige kalkaanslag op de spiralen van de primaire warmtewisselaar.
•
Verwijder kalkafzetting op de spiralen van de primaire warmtewisselaar – zie
De temperatuur van de watertoevoer kan te hoog zijn.
•
Controleer de temperatuur van de watertoevoer. Voor optimale prestaties mag de tem-
peratuur niet hoger zijn dan 21 °C.
De condensafvoer van de rookgasafvoer (op CS-model) kan geblokkeerd zijn.
•
Controleer de afvoerleiding in het apparaat op verstoppingen.
Geen branders
Alle branders zijn uitgeschakeld via de regelsoftware. Er zijn geen branders beschikbaar
beschikbaar
voor de werking van het apparaat. Het apparaat reageert pas op een vraag als één of meer
branders zijn ingeschakeld.
Branders uitgeschakeld.
•
Schakel de
Hoofdstuk
6.5.4.
Hoofdstuk
6.5.5.
Hoofdstuk
in de regelsoftware in.
"Branders uitschakelen"
2596654-E_NL_2301_Condair GS_OM
6.5.4.
Hoofdstuk
7.5.
""Vullen con-
Hoofdstuk
6.5.2.