5
Bediening
5.1
Algemeen
De Condair GS-luchtbevochtiger mag alleen worden bediend door personeel dat voldoende gekwalifi-
ceerd, goed opgeleid en geautoriseerd is door de klant.
Respecteer alle veiligheidsmaatregelen die worden beschreven in
5.2
Eerste inbedrijfstelling
De luchtbevochtiger moet de eerste keer altijd in bedrijf worden gesteld door een onderhoudstechnicus
van uw lokale Condair-vertegenwoordiger, door een Condair-medewerker of door personeel dat goed
opgeleid en geautoriseerd is door de klant. Het is de verantwoordelijkheid van de klant om de kwalifi-
caties van het personeel te controleren.
Tijdens de eerste inbedrijfstelling worden de volgende stappen in de aangegeven volgorde uitgevoerd.
Dit is om te controleren of het bevochtigingssysteem is geïnstalleerd volgens de informatie in de instal-
latiehandleiding:
1. Controleer of aan de locatievereisten is voldaan.
2. Controleer de montage van de luchtbevochtiger.
3. Controleer de gastoevoerinstallatie.
4. Controleer de elektrische installaties en controleer of de spanning juist is.
5. Controleer de water- en afvoerinstallaties.
6. Controleer de stoom- en condensleidingen.
7. Controleer de verbrandingslucht.
8. Controleer de rookgasafvoer.
9. Spoel de watertoevoer- en afvoerleidingen door.
10. Configureer de regeling en de GS-luchtbevochtiger.
11. Voer de prestatietests uit, waaronder regel- en bewakingsapparatuur.
12. Vul de documenten van het inbedrijfstellingsprotocol in.
2596654-E_NL_2301_Condair GS_OM
Hoofdstuk 2.
Bediening
43