6.5.4
De niveauregelaar reinigen
Reinig de niveauregelaar als volgt. Zie
1. Schakel de luchtbevochtiger uit zoals beschreven in
2. Verwijder het rechter deurpaneel en het rechter zijpaneel – zie
3. Verwijder de slangen van de niveauregelaar en verwijder de niveauregelaar door aan het achterste
lipje te trekken en de niveauregelaar omhoog te tillen.
4. Open de niveauregelaar en verwijder voorzichtig de twee vlotters. Noteer de oriëntatie van de vlotters.
5. Gebruik een zachte borstel (geen staalborstel) om alle kalkafzetting op de vlotters, de binnenkant van
de vlotterhuls en de vlotterkamer te verwijderen. Spoel de componenten af met schoon leidingwater.
6. Controleer elke vlotter visueel op scheuren of andere schade. Plaats de twee vlotters in een met
schoon water gevulde bak en controleer of ze beide evenveel drijfvermogen hebben. Vervang indien
nodig de vlotters.
7. Zet de niveauregelaar weer in elkaar en zorg ervoor dat de oriëntatie van de vlotters behouden is
gebleven. Plaats het terug in de houder op de luchtbevochtiger en sluit de slangen weer aan. Zie
Fig. 15 op pagina
8. Verplaats het rechter zijpaneel en verplaats vervolgens het rechter deurpaneel en zet deze vast –
zie
Hoofdstuk
9. Start de luchtbevochtiger op – zie
schakeld in het menu Features (functies) van de regelsoftware – zie
10. Controleer de luchtbevochtiger op lekken.
10
9
Fig. 14: De vlotterkamers van de niveauregelaar reinigen
1
Beugel, niveauregelaar en P-sifon
2
Niveauregelaar
3
Lipje niveauregelaar
4
Niveauvlotter
2596654-E_NL_2301_Condair GS_OM
Fig.
61.
6.5.1.
Hoofdstuk 5.3.3
3
2
5
Veiligheidsvlotter
6
Pakking, vlotterkamer
7
Vlotterkamer
8
Schroef (x3)
14.
Hoofdstuk 5.3.8
Hoofdstuk
en zorg ervoor dat "Vlotter controleren" is inge-
1
6.5.1.
Hoofdstuk
4.2.7.1.
8
4
5
6
7
9
Slang naar de bodem van het
reservoir
10 Slang naar de bovenkant van het
reservoir
Onderhoud
59