7. Controleer het gaas aan de binnenzijde van de brander op schroeiplekken, scheuren of verstoppin-
gen. Vervang de brander als het gaas schroeiplekken of scheuren heeft.
Gebruik GEEN schraper als het gaas verstoppingen heeft. Gebruik lage druk perslucht van maxi-
maal 35 Pa om alle verstoppingen te verwijderen zonder het gaas te beschadigen. Blaas lucht in
de richting van de pijl.
8. Controleer visueel de vonkontsteker op oxidatie. Verwijder voorzichtig alle ophopingen met schuur-
papier. Controleer of de elektrodespleet 3 ±1,5 mm is. Stel de spleet NIET bij – vervang indien nodig
de vonkontsteker. Gebruik een nieuwe ontstekingspakking.
9. Monteer de brander in omgekeerde volgorde. Gebruik altijd een nieuwe branderpakking.
10. Breng nikkel anti-vastloop smeermiddel (Loctite® LB 771™ of gelijkwaardig) aan op de M6×12
zeskantbouten voor de montage. Installeer met M6-borgringen. Veeg overtollig smeermiddel weg.
Draai de M6x12 bouten en de M6x10 bout vast met 1,69 Nm. Zie
11. Draai op de ventilatorbuis de vier M5-bouten vast met 1,2 Nm.
12. Verplaats en zet het deurpaneel van de leidingkast vast- zie
13. Start de luchtbevochtiger – zie
2596654-E_NL_2301_Condair GS_OM
Hoofdstuk 5.3.3
en controleer of de brander(s) goed werk(en).
Fig. 16 op pagina
Hoofdstuk
6.5.1.
62.
Onderhoud
63