6.2
Verplicht onderhoudsschema
Tabel 7
geeft een overzicht van het verplichte onderhoudsschema voor de Condair GS-luchtbevochtiger.
Tabel 7: Verplicht onderhoudsschema
Taak
Afvoer controleren.
Wateranalyse
uitvoeren.
Controleer het re-
servoir, de spiralen
van de primaire
warmtewisselaar en
de afvoersifon op
kalkafzetting.
Controleer de
secundaire warm-
tewisselaar (alleen
model CS) op
verstopping.
Controleer de anode
in het reservoir.
Reinig de niveaure-
gelaar.
Controleer de
slangen, vulafsluiter
en afvoerpomp op
verstoppingen.
Verwijder de
stofophoping op de
ventilatorbehuizing.
Controleer de
vonkontsteker op
oxidatie.
Controleer de
rookgasafvoer en
doorvoer.
2596654-E_NL_2301_Condair GS_OM
30 dagen
Halverwege
na de eerste
het seizoen
ingebruik-
name
X
X
–
X
X
X
–
X
–
–
X
X
–
X
–
X
–
–
X
X
Einde
Onderhoud
van het
seizoen
(2000 uur)
X
Voer een visuele controle uit van het afvoersysteem, in-
clusief de trechter met luchtopening en de afvoer naar de
gebouwriolering.
Start een handmatige afvoer (zie
controleer visueel of het water vrij door de afvoer stroomt.
X
Voer een halfjaarlijkse wateranalyse uit om optimale pres-
taties te garanderen. Zie
X
Pas de
Spuisnelheid op pagina 22
op pagina 23
aan, indien nodig, om de kalkafzetting te
verminderen.
Controleer de binnenkant van het reservoir en zorg ervoor
dat de kalkafzetting niet meer dan 50 mm bedraagt. Ont-
kalken naar behoefte. Zie
X
Controleer de waterstroom door de secundaire warmtewis-
selaar en controleer of er geen verstopping is. Reinig indien
nodig – zie
Hoofdstuk
Controleer de condenssifon die op de secundaire warm-
tewisselaar is aangesloten op verstopping. Spoel indien
nodig de condenssifon door en vul deze met water – zie
Hoofdstuk
6.5.3.
X
Controleer de anode op ernstige corrosie of kalkafzetting.
Schraap de overtollige kalkafzetting weg – zie
6.5.4.
X
Zorg ervoor dat de vlotters in de niveauregelaar vrij kunnen
bewegen. Reinig de vlotterkamer – zie
X
Controleer de vul- en afvoerslangen op verstoppingen.
Reinig de binnenkant van de slangen – zie
Reinig het filter in de dubbele vulafsluiter – zie
6.5.5
.
Reinig de afvoerpomp – zie
X
Gebruik een luchtpistool om stofophopingen op de ventila-
torbehuizing te verwijderen.
X
Reinig de vonkontsteker – zie
X
Controleer of er geen lekken in de rookgasafvoer zitten en
of deze niet te veel beschadigd of verroest is. Controleer
of de buis goed vastzit en de juiste helling heeft.
Zorg ervoor dat er zich geen obstakels in de rookgasafvoer,
inclusief de doorvoer, bevinden.
Controleer bij stabiele werking of de rookgastemperatuur
135-149 °C bedraagt van het model met standaard effici-
entie. De rookgasafvoertemperatuur van de CS-modellen
moet 49-60 °C bedragen.
Hoofdstuk
5.3.6) en
Hoofdstuk
6.4.
en
FTBD Interval
Hoofdstuk
6.5.4.
6.5.3.
Hoofdstuk
Hoofdstuk
6.5.4.
Hoofdstuk 6.5.5
Hoofdstuk
Hoofdstuk
6.5.5.
Hoofdstuk 6.5.6
voor details.
Onderhoud
.
51