Waar-
schuwing
W22
W23
W24
W25
–––
W27
W28
–––
68
Storingsoplossing
Code
Melding
Fout
E22
Fill Timeout
E23
Current Timeout
E24
Overcurrent
E25
Excess Current
E26
Current Off
E27
Foam
–––
Cylinder spent
E29
Cylinder spent
Mogelijke oorzaken
Toegestane vultijd overschreden.
Watertoevoer belemmerd/afsluitklep
gesloten/zeeffilterklep verstopt/water-
druk te laag.
Inlaatklep geblokkeerd of defect.
Te hoge tegendruk in de stoomleiding
(te hoge kanaaldruk, te lange of ge-
knikte stoomleiding), waardoor water
via de vulbeker verloren gaat.
Lekkage in het watersysteem.
Geen elektrodenstroom
Fase-uitval van verwarmingsspanning.
Watertoevoer belemmerd/afsluitklep
gesloten/waterdruk te laag.
Inlaatklep geblokkeerd of defect.
Te hoge tegendruk in de stoomleiding
(te hoge kanaaldruk, te lange of ge-
knikte stoomleiding), waardoor water
via de vulbeker verloren gaat.
Lekkage in het watersysteem.
Elektrodenstroom ten opzichte van huidige stoomcapaciteit te hoog.
Bevochtigingsvraag is te snel ge-
daald.
Aftappomp defect.
Afvoer in stoomcilinder belemmerd.
Te weinig geleidingsvermogen voor
cilindertype.
Maximaal toegestane elektrodenstroom overschreden.
Aftappomp defect.
Afvoer in stoomcilinder belemmerd.
Te weinig geleidingsvermogen voor
cilindertype.
Verwarmingsstroom gedetecteerd zonder bevochtingingsvraag.
Hoofdschakelaar geblokkeerd in aan-
getrokken stand.
Elektromagnetisch veld vlakbij de be-
vochtiger.
Stuurkaart niet meer gekalibreerd.
Schuim in de stoomcilinder gedetecteerd.
Schuimvorming in de stoomcilinder.
Het is tijd voor onderhoud aan de stoomcilinder.
Elektroden versleten.
Elektroden in de stoomcilinder versleten. De bevochtiger is gestopt.
Elektroden versleten, maximale be-
drijfstijd van de stoomcilinder bereikt.
Informatie
Oplossing
Watertoevoer controleren (filter, lei-
dingen, enz.), afsluitklep controleren/
openen, waterdruk controleren.
Zeef in inlaatklep controleren en, indien
nodig, reinigen. Klep vervangen.
Kanaaldruk controleren, stoominstalla-
tie controleren. Indien nodig drukveref-
feningselement (zie Opties) monteren.
Watersysteem controleren/afdichten.
Onderhoudsschakelaar in de voedings-
spanningsleiding controleren/inschake-
len. Zekeringen in de voedingsspan-
ningsleiding controleren/vervangen.
Watertoevoer controleren (filter, lei-
dingen, enz.), afsluitklep controleren/
openen, waterdruk controleren.
Zeef in inlaatklep controleren en, indien
nodig, reinigen. Klep vervangen.
Kanaaldruk controleren, stoominstalla-
tie controleren. Indien nodig drukveref-
feningselement (zie Opties) monteren.
Watersysteem controleren/afdichten.
Automatische aanpassing van het in-
schakelpunt.
Aftappomp controleren/vervangen.
Stoomcilinder reinigen/vervangen.
Juiste cilindertype selecteren.
Aftappomp controleren/vervangen.
Stoomcilinder reinigen/vervangen.
Juiste cilindertype selecteren.
Hoofdschakelaar controleren/ver-
vangen.
Elektromagnetisch veld elimineren.
Stuurkaart vervangen.
Stoomcilinder via aftaptoets aftappen
(evt. meerdere keren). Kwaliteit van het
toevoerwater controleren.
Stoomcilinder type A: vervangen
Stoomcilinder type D: reinigen (max.
4 keer)
Belangrijk: Na vervangen of reinigen
van de stoomcilinder cilinderstatus te-
rugzetten (zie
Hoofdstuk
Stoomcilinder type A: vervangen
Stoomcilinder type D: reinigen (max.
4 keer)
Belangrijk: Na vervangen of reinigen
van de stoomcilinder cilinderstatus te-
rugzetten (zie
Hoofdstuk
6.6)
6.6)