5.5.2.2 Diagnosefuncties in het submenu "Relay Diagnostics"
Tabblad: Remote Fault Board
Opmerking: Als u dit menu afsluit, worden de relaisfuncties weer teruggezet naar de automatische
bedrijfsmodus.
Tabblad: Accessory Board
Opmerking: Als u dit menu afsluit, worden de relaisfuncties weer teruggezet naar de automatische
bedrijfsmodus.
–
Running: Met deze functie kunt u het relais "Steam" (stoom) op de be-
drijfs- en storingstelecommunicatiekaart inschakelen ("On") en uitschakelen
("Off").
–
Service: Met deze functie kunt u het relais "Service" (onderhoud) op de
bedrijfs- en storingstelecommunicatiekaart inschakelen ("On") en uitscha-
kelen ("Off").
–
Fault: Met deze functie kunt u het relais "Error" (fout) op de bedrijfs- en
storingstelecommunicatiekaart inschakelen ("On") en uitschakelen ("Off").
–
Fan Activate A: Met deze functie kunt u via het relais "FAN A" op de
accessoirekaart een op module A aangesloten externe ventilator van het
ventilatiesysteem inschakelen ("On") en uitschakelen ("Off").
–
Flush A: Met deze functie kunt u via het relais "Hyg. Valve A" op de acces-
soirekaart de optionele klep voor het spoelen van de watertoevoerleiding
van module A inschakelen ("On") en uitschakelen ("Off").
–
Fan Activate B: Met deze functie kunt u via het relais "FAN B" op de ac-
cessoirekaart een op module B aangesloten externe ventilator van het
ventilatiesysteem inschakelen ("On") en uitschakelen ("Off").
–
Flush B: Met deze functie kunt u via het relais "Hyg. Valve B " op de acces-
soirekaart de optionele klep voor het spoelen van de watertoevoerleiding
van module B inschakelen ("On") en uitschakelen ("Off").
Met de besturingssoftware werken
47