Inhoudsopgave
Advertenties
Par
P2-34
Scalering analoge ingang 2
Analoge ingang 2 scalering, resolutie = 0. 1 %. Voorbeeld : P2-30 staat ingesteld op een 0 - 10V signaal en de scalering (P2-34)
staat ingesteld op 200%. Bij een 5 V ingangsspanning zal de regelaar de maximale frequentie uitsturen (P1-01).
P2-35
Offset analoge ingang 2
Geeft een offset aan het niveau van de analoge ingang met een resolutie van 0. 1 %. Bijv. 10% = 1V = 0Hz
P2-36
Herstart functie bij aansturing via de klemmen
Selectie of de regelaar automatisch moet starten als de vrijgave/start ingang aanwezig is en de voedingsspanning wordt
ingeschakeld of dat de regelaar wordt vergrendeld tijdens het inschakelen van de voedingsspanning. Met deze parameter kun je ook
instellen of de regelaar bij een fout automatisch moet herstarten.
e- Wanneer er spanning op de regelaar wordt gezet en de digitale ingang 1 is gemaakt (start commando) zal de regelaar
niet starten. Het start commando zal eerst weg moeten worden genomen om opnieuw een start commando te kunnen geven.
- De regelaar start altijd. Ook als er spanning op de regelaar wordt gezet en de digitale ingang 1 gemaakt is.
- Auto-1 tot Auto-5 : De regelaar zal 1 tot 5 maal proberen om automatisch te herstarten na een fout (20s tussen de
pogingen). Wanneer de fout weg is zal de regelaar herstarten. Om de herstart teller te resetten moet de regelaar
-
spanningsloos worden gemaakt of moet er op de resetknop van de regelaar worden gedrukt of moet de regelaar een
nieuw start commando krijgen.
-
-
-
GEVAAR! " mmode zorgt voor een automatische herstart. Impact op het systeem en personeel
moet goed worden overwogen.
P2-37
Onthoudfunctie bedienpaneel
Instellingen 0 t/m 3 zijn alleen actief wanneer P1-12 op 1 of 2 staat ingesteld (bedienpaneel mode). Het stop/start commando is via
het bedienpaneel (vrijgave via digitale ingang 1). Instellingen 4 t/m 7 zijn actief in alle aansturingmodi (P1-12 = 0 t/m 6). Het start/
stop commando is via de digitale ingangen.
0
Minimale snelheid
1
Vorige snelheid
(onthoudfunctie)
2
Huidige snelheid
3
Voorkeuzesnelheid 8
4
Minimale snelheid
5
Vorige snelheid
(onthoudfunctie)
6
Huidige snelheid
7
Voorkeuzesnelheid 8
P2-38
Stop mode bij wegvallen voedingsspanning
0
Doorgaan met
uitsturen en
automatisch herstarten
1
Vrij uitlopen
2
Snelle stop
3
Geen detectie
P2-39
Parameter beveiliging
0
Geen beveiliging
1
Beveiliging actief
P2-40
Toegangscode uitgebreide parameter toegang
Bepaalt de toegangscode die moet worden ingesteld in parameter P1-14 om bij de uitgebreide parameters te komen.
www.invertekdrives.com
Parameter Naam
Na stop en een herstart zal de regelaar altijd de minimale frequentie uitsturen P1-02.
Na stop en een herstart zal de regelaar altijd de frequentie gaan uitsturen die ook werd
uitgestuurd voordat de regelaar werd gestopt.
De regelaar zal dezelfde snelheid blijven draaien wanneer er voorkeuzesnelheden worden
gebruikt en er wordt omgeschakeld naar bedienpaneel mode (van automaatbedrijf naar
handbediening) via een digitale ingang.
Na stop en een herstart zal de regelaar altijd de snelheid gaan draaien van voorkeuzesnelheid
8 (P2-08).
Na stop en een herstart zal de regelaar altijd de minimale frequentie uitsturen P1-02.
Na stop en een herstart zal de regelaar altijd de frequentie gaan uitsturen die ook werd
uitgestuurd voordat de regelaar werd gestopt.
De regelaar zal dezelfde snelheid blijven draaien wanneer er voorkeuzesnelheden worden
gebruikt en er wordt omgeschakeld naar bedienpaneel mode (van automaatbedrijf naar
handbediening) via een digitale ingang.
Na stop en een herstart zal de regelaar altijd de snelheid gaan draaien van voorkeuzesnelheid
8 (P2-08).
De Optidrive zal proberen te blijven draaien d.m.v. de energie die terugkomt van de motor.
Het is wel belangrijk dat er voldoende energie terugkomt (redelijke massatraagheid) en
dat de spanningsdip niet te lang duurt. Wanneer de Optidrive uitschakelt, zal deze bij het
terugkomen van de voedingsspanning weer automatisch gaan herstarten.
De Optidrive zal direct stoppen met uitsturen waardoor de motor vrij uitloopt. Let op dat de
vangfunctie (P2-26) ingeschakeld moet zijn.
De Optidrive zal zo stoppen a.d.h.v. de tijd die is ingesteld bij parameter (P2-25).
Noodzakelijk wanneer de regelaar wordt gevoed door een gelijkspanning op de klemmen –
en + DC. Neem contact op met uw lokale Invertek partner voor meer informatie.
Alle parameters zijn toegankelijk.
Parameters kunnen niet worden veranderd, ze kunnen alleen worden bekeken.
Minimaal
Maximaal
0.0
2000.0
-500.0
500.0
Zie onder
0
7
0
3
0
1
0
9999
Versie 3.07 | Optidrive P2 Gebruikershandleiding | 51
Standaard
Eenheid
100.0
%
0.0
%
%
G-
1
-
0
-
0
-
101
-
8
Advertenties
Inhoudsopgave
