Par
P2-13
Functieselectie digitale/analoge uitgang 2 (klem 11)
Functieselectie digitale uitgang (klem 11). De uitgang stuurt +24V DC (max. 20 mA belasting) uit wanneer
de voorwaarde waar is.
0
1
2
3
4
5
6
7
OPM Parameters P2-19 en P2-20 worden gebruikt als grenzen wanneer P2-13 op 4 t/m 7 wordt ingesteld. De uitgang wordt hoog
wanneer het geselecteerde signaal boven de ingestelde grens komt van parameter P2-19. De uitgang wordt weer laag wanneer het
geselecteerde signaal onder de grens komt van parameter P2-20.
Functieselectie analoge uitgang 2 (signaalformaat instelbaar via P2-14)
8
9
10
11
12
P2-14
Formaat analoge uitgang 2 (klem 11)
- 0 t/m 10V
- 0 t/m 20mA
- 4 t/m 20mA
- 10 t/m 0V
- 20 t/m 0mA
- 20 t/m 4mA
P2-15
Functieselectie relaisuitgang 1 (klemmen 14, 15 & 16)
Setting Functie
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
8
10
11
12
13
14
OPM Parameters P2-16 en P2-17 worden gebruikt als grenzen wanneer P2-15 op 4 t/m 7 wordt ingesteld. De uitgang wordt hoog
wanneer het geselecteerde signaal boven de ingestelde grens komt van parameter P2-16. De uitgang wordt weer laag wanneer het
geselecteerde signaal onder de grens komt van parameter P2-17.
48 | Optidrive P2 Gebruikershandleiding | Versie 3.07
Parameter Naam
Regelaar in "RUN"
De uitgang wordt hoog wanneer de regelaar is gestart.
Regelaar "OK"
De uitgang wordt hoog wanneer de voedingsspanning aanwezig is en er geen fout is.
Motor op snelheid
Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid gelijk is aan de gewenste snelheid.
Motorsnelheid > 0.0
Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid groter is dan 0,0 Hz/rpm.
Motorsnelheid >= grens Uitgang wordt hoog wanneer de actuele motorsnelheid groter of gelijk is aan de ingestelde grenzen.
Motorstroom >= grens
Uitgang wordt hoog wanneer de actuele motorstroom groter of gelijk is aan de ingestelde grenzen.
Motorkoppel >= grens
Uitgang wordt hoog wanneer het actuele motorkoppel groter of gelijk is aan de ingestelde grenzen.
Signaalniveau analoge
Uitgang wordt hoog wanneer het signaalniveau van de analoge ingang 2 groter of gelijk is
aan de ingestelde grenzen.
ingang 2 >= grens
Uitgangsfrequentie
0 t/m P1-01.
(motorsnelheid)
Uitgangsstroom
0 t/m 200% of P1-08.
(motorstroom)
Uitgangskoppel
0 t/m 200% van het motorkoppel.
Uitgangsvermogen
0 t/m 150% van het vermogen van de ODP-2 frequentieregelaar.
(Motorvermogen)
Uitgang PID-regelaar
0-100%
Actie
Regelaar in "RUN"
De uitgang wordt hoog wanneer de regelaar is gestart.
Regelaar "OK"
De uitgang wordt hoog wanneer de voedingsspanning aanwezig is en er geen fout is.
Motor op snelheid
Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid gelijk is aan de gewenste snelheid.
Motorsnelheid > 0.0
Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid groter is dan 0,0 Hz/rpm.
Motorsnelheid >= grens Uitgang wordt hoog wanneer de actuele motorsnelheid groter of gelijk is aan de ingestelde grenzen.
Motorstroom >= grens
Uitgang wordt hoog wanneer de actuele motorstroom groter of gelijk is aan de ingestelde grenzen.
Motorkoppel >= grens
Uitgang wordt hoog wanneer het actuele motorkoppel groter of gelijk is aan de ingestelde grenzen.
Signaalniveau analoge
Uitgang wordt hoog wanneer het signaalniveau van de analoge ingang 2 groter of gelijk is
aan de ingestelde grenzen.
ingang 2 >= grens
Gereserveerd
Geen functie.
Gereserveerd
Geen functie.
Onderhoudstimer afgelopen Uitgang wordt hoog wanneer interne programmeerbare onderhoudstimer afloopt.
Regelaar "Ready"
Uitgang wordt hoog wanneer er geen fout is , het STO circuit gesloten is en de vrijgave
gegeven present is.
Regelaar fout
De uitgang wordt hoog wanneer er een foutmelding is.
STO Status
De uitgang wordt hoog wanneer beide "STO" ingangen hoog zijn en de regelaar gestart
kan worden.
Error PID-regelaar >=
Uitgang wordt hoog wanneer de error van de PID-regelaar groter of gelijk is aan de
grens
grenzen.
Minimaal
Maximaal
0
12
Zie onder
0
14
Standaard
Eenheid
9
-
-
-
1
-
www.invertekdrives.com