CombiFlex
2.5.2
2.5.3
2.5.4
2.5.5
2.5.6
CF/NL (1607) 6.6
De belangrijkste componenten zijn hieronder beschreven:
Pomphuis/waaier/zuigbocht
Dit betreft de delen die met de verpompen vloeistof in aanraking komen. Per pomptype is
er slechts één uitvoering van het pomphuis en de waaier. Het pomphuis en de zuigbocht
zijn leverbaar in gietijzer en in brons, de waaier in gietijzer, brons en aluminiumbrons. De
haakse zuigbocht is zo ontworpen, dat de weerstand zeer laag is en dat desondanks een
lage positie van de pomp ten opzichte van de vloer mogelijk is.
Asafdichting
De pomp is uitgevoerd met een mechanische asafdichting conform EN 12756 (DIN
24960). Het statische deel van de mechanische asafdichting is direct in het pompdeksel
gemonteerd. Het roterende deel is gemonteerd op een bronzen asbus, zodat de pompas
nergens met de vloeistof in aanraking komt. Een omloopleiding van de persflens naar de
asafdichtingsruimte zorgt voor de nodige vloeistofcirculatie langs de mechanische
asafdichting.
Pompen uit dezelfde stoelgroep hebben dezelfde pompasdiameter, met de daarbij
behorende asbus en mechanische asafdichting.
Lagering
Stoelgroep 1, 2 en 3: De pompas is direct in het pompdeksel gelagerd. Dit geschiedt
door middel van 2 vetgesmeerde hoekcontactlagers in O-opstelling.
Stoelgroep 4: De pompas is gelagerd in een lagerhouder die op het pompdeksel is
gemonteerd. De vetgesmeerde lagering bestaat uit 2 hoekcontactlagers in X-opstellling
en een cilinderlager (of kogellager, afhankelijk van het pomptype).
Lantaarnstuk CombiFlex Spacer (K1, K3)
Het lantaarnstuk van de typen 160-200-250 is opgebouwd uit staafvormige poten (K1).
De koppeling wordt afgeschermd met een beschermkap. Bij de typen 315 en 400
bestaat het lantaarnstuk uit geprofileerde stalen elementen (K1). De openingen tussen
deze elementen worden afgedicht met geperforeerde plaatstalen delen.
De typen 250, 315, 400 en 500 van stoelgroep 4 zijn uitgevoerd met een gelast
lantaarnstuk (K3) met uitneemopeningen voor de Top Pull Out unit. De
uitneemopeningen worden afgedicht met geperforeerde plaatstalen delen.
Pomp en motor worden gekoppeld door middel van een elastische koppeling met
afstandbus ('spacer'). Na het verwijderen van beschermkap en afstandbus, kan het
draaiend gedeelte van de pomp op eenvoudige wijze in één keer worden gedemonteerd,
zonder dat de elektromotor of de leidingen verwijderd moeten worden. Deze constructie
wordt Top Pull Out-principe genoemd.
Lantaarnstuk CombiFlex Kort (K2, K4)
Het lantaarnstuk van de CombiFlex in uitvoering K2 is opgebouwd uit 4 of 8 staafvormige
poten. De koppeling wordt afgeschermd met een beschermkap.
De typen 250, 315, 400 en 500 van stoelgroep 4 zijn uitgevoerd met een gelast
lantaarnstuk (K4) met uitneemopeningen voor de Top Pull Out unit. De
uitneemopeningen worden afgedicht met geperforeerde plaatstalen delen.
Pomp en motor zijn door middel van een flexibele koppeling met elkaar verbonden. Een
'spacer' ontbreekt hier, waardoor de K2 en K4 uitvoering een kortere bouwvorm heeft.
Het Top Pull Out principe is hier dus niet van toepassing.
Algemeen
15