2
Te laag brandstofpeil
Y
3 85
1
Autostop 3 85
D
1
Buitenverlichting
8
3 85
1
Dimlicht 3 85
9
1
Groot licht 3 85
C
1
Grootlichtassistentie
f
3 85
1
Mistlampen voor
>
3 86
1
Mistachterlicht 3 86
ø
1
Regensensor 3 86
<
1
Dodehoeksysteem
B
3 86
2 /
Actieve noodrem
Ø
3
3 86
2
Portier open 3 87
h
5
Storing hybridesys‐
i
teem 3 81
READY 1
Hybridesysteem actief
3 81
2
Beperkt motorver‐
M
mogen 3 85
Instrumenten en bedieningsorganen
3
Storing waarschuwing
K
voetgangersveiligheid
3 86
2
Oplaadkabel aange‐
j
sloten 3 85
2
Elektronische stabili‐
9
teitsregeling en Trac‐
tion Control-systeem
uit 3 83
Richtingaanwijzers
O brandt of knippert groen.
Brandt korte tijd
De parkeerlichten zijn ingeschakeld.
Knippert
De richtingaanwijzers of alarmknip‐
perlichten worden geactiveerd.
Snel knipperen: richtingaanwijzer of
bijbehorende zekering defect, rich‐
tingaanwijzer aanhanger defect.
Vervangen van lampen 3 216.
Richtingaanwijzers 3 102.
Gordelverklikker
Gordelverklikker voor alle stoelen
X brandt of knippert rood op het
Driver Information Center samen met
de aanduiding op de dakconsole voor
elke veiligheidsgordel.
● Bij het inschakelen van het
contact verschijnen X op het
Driver Information Center en het
symbool voor de betreffende
79