● Vervang nooit meerdere wielen
tegelijk door een reservewiel.
● Gebruik de krik alleen om een
wiel te wisselen in geval van
bandenpech en niet voor de jaar‐
lijkse montage van winter- of
zomerbanden.
● De krik is onderhoudsvrij.
● Leg bij een zachte ondergrond,
een stevige plank (max. 1 cm dik)
onder de krik.
● Haal vóór het opkrikken alle
zware voorwerpen uit de auto.
● In de op te krikken auto mogen
zich geen personen of dieren
bevinden.
● Kruip nooit onder een opgekrikte
auto.
● Start een opgekrikte auto niet.
● Reinig de wielbouten voordat u
ze erin schroeft.
9 Waarschuwing
Smeer de wielbouten niet.
9 Waarschuwing
Zorg ervoor dat u altijd de juiste
wielbouten gebruiken bij het
verwisselen van de wielen. Bij
montage van het reservewiel voor
tijdelijk gebruik kunt u ook de
bouten voor lichtmetalen velgen
gebruiken.
● Let erop dat het reservewiel vast‐
zit door de conische vlakken van
de bouten bij gebruik van de wiel‐
bouten voor lichtmetalen velgen.
In het gegeven geval maken de
ringen geen contact met het
reservewiel.
Verzorging van de auto
1. Stalen velgen: Verwijder de wiel‐
dop.
Lichtmetalen velgen: Maak de
wielboutkappen los met de wiel‐
dopverwijderaar.
Boordgereedschap 3 221.
2. Plaats de wielsleutel en draai elke
wielbout een halve slag los.
De wielen kunnen met wielborg‐
moeren beschermd zijn. Zet voor
het losdraaien van deze speci‐
fieke moeren eerst de adapter op
de moerkop voordat u de wiel‐
sleutel erop zet. De adapter ligt in
de gereedschapskist 3 221.
233