Verlichtingsfuncties
Verlichting middenconsole
Een in de dakconsole geïntegreerde
spot zorgt voor verlichting van de
middenconsole, wanneer de koplam‐
pen zijn ingeschakeld.
Instapverlichting
Welkomstverlichting
Een of meer van de volgende verlich‐
tingsfuncties worden korte tijd inge‐
schakeld door de auto te ontgrende‐
len met de handzender:
● dimlicht of groot licht
● binnenverlichting
● verlichting achter
Hoeveel verlichtingsfuncties er
worden ingeschakeld hangt af van de
omgevingsverlichting.
De verlichting wordt meteen uitge‐
schakeld zodra het contactslot wordt
ingeschakeld.
Bij matrix-led-koplampen verschijnt
er een animatie.
Wegrijden 3 118.
Deze functie is te activeren of te deac‐
tiveren in de Persoonlijke instellingen.
Persoonlijke instellingen 3 92.
De volgende verlichting gaat ook
branden wanneer u het bestuurders‐
portier opent:
● verlichting van sommige schake‐
laars
● Bestuurdersinformatiecentrum
● portiervakverlichting
Uitstapverlichting
De volgende verlichtingsfuncties
worden ingeschakeld wanneer het
contact wordt uitgeschakeld:
● dimlicht of groot licht
● binnenverlichting
● verlichting middenconsole
● verlichting achter
Worden automatisch uitgeschakeld
na een vertraging. Deze functie werkt
alleen wanneer het donker is.
Verlichting
Ontlaadbeveiliging accu
Om te voorkomen dat de accu leeg‐
raakt terwijl het contact is uitgescha‐
keld, wordt de interieurverlichting na
enige tijd automatisch uitgeschakeld.
105