132
Rijden en bediening
Om B te activeren, selecteert u D en
duwt u de keuzehendel naar
achteren. U schakelt B uit door de
keuzehendel opnieuw naar achteren
te drukken.
Tijdens het schakelen geen gas
geven. Gas- en rempedaal nooit
gelijktijdig bedienen.
Schakelen type B
Verplaats de keuzehendel of druk op
de betreffende knoppen.
P : parkeerstand, voorwielen zijn
geblokkeerd
R : achteruitversnelling
N : neutrale stand
D : automatische modus
B : automatische modus met eenpe‐
daalbediening
Schakelen begint altijd vanuit een
middelste stand en werkt door de
keuzehendel te verplaatsen. Na het
bedienen gaat de keuzehendel terug
naar de middelste stand.De geselec‐
teerde modus verschijnt op het Driver
Information Center.
De keuzehendel is vergrendeld in
stand P. Trek om P in te schakelen
wanneer de auto stilstaat de parkeer‐
rem aan en druk op de knop P.
De elektrische aandrijving schakelt
automatisch naar P als
● de motor wordt uitgeschakeld
● het bestuurdersportier wordt
geopend bij een rijsnelheid van
minder dan 2 km/u
De motor kan alleen worden gestart
in P of N. Wanneer N is geselecteerd,
trapt u de rem in of trekt u de handrem
aan alvorens te starten.
Rem voordat u de achteruitversnel‐
ling inschakelt volledig af. Trap het
rempedaal in en zet de keuzehendel
in R.
Om B te activeren, selecteert u D en
drukt u op de knop B
Tijdens het schakelen geen gas
geven. Gas- en rempedaal nooit
gelijktijdig bedienen.
Wanneer een versnelling is ingescha‐
keld en de rem wordt losgelaten, rijdt
de auto langzaam weg.
Eenpedaalbediening B
In deze modus neemt de rijsnelheid
aanzienlijk af door het gaspedaal los
te laten zonder het rempedaal in te
trappen.