Bediening met toetsen op de
elektronische sleutel
De centrale vergrendeling kan ook
worden bediend met de toetsen op de
elektronische sleutel.
Druk op O om te ontgrendelen.
Druk op N om te vergrendelen.
Druk langer op P om alleen de
elektrische achterklep te ontgrende‐
len en te openen.
Werking van handzender 3 10.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐
knipperlichten. Een voorwaarde is dat
de instelling op het Info-Display
3 88 is geactiveerd.
Centrale vergrendelingstoets
Alle portieren, de achterklep en de
tankvulklep zijn vanuit de passagiers‐
ruimte te vergrendelen of ontgrende‐
len.
Druk op Q om te vergrendelen. Het
led-lampje in de toets brandt.
Sleutels, portieren en ruiten
Druk nogmaals op Q om te ontgren‐
delen. Het led-lampje in de toets
dooft.
Bediening met de sleutel bij een
storing in de centrale
vergrendeling
Bij een storing, bijvoorbeeld omdat de
accu of de batterij van de handzen‐
der / elektronische sleutel leeg is,
kunt u het voorportier links met de
mechanische sleutel vergrendelen en
ontgrendelen.
Handmatig ontgrendelen
Elektronische sleutel: houd de pal
ingedrukt om de geïntegreerde sleu‐
tel te voorschijn te halen.
13