Gebruiksaanwijzing
De ademhalingssnelheid wordt elke seconde +/- 0,5 seconden bijgewerkt.
Alarmen ademhalingssnelheid
Alarmgrens ademhalingssnelheid
•
Voor volwassenen is de ondergrens van het alarm 5 tot 67 spm.
•
Voor volwassenen is de bovengrens van het alarm 7 tot 69 spm.
•
Voor kinderen is de ondergrens van het alarm 5 tot 67 spm.
•
Voor kinderen is de bovengrens van het alarm 7 tot 69 spm.
Handmatige alarmgrenzen ademhalingssnelheid
•
Voor pasgeborenen is de ondergrens van het alarm 1 tot 96 spm.
•
Voor pasgeborenen is de bovengrens van het alarm 3 tot 98 spm.
Alarmen voor ademhalingssnelheid configureren
1.
Controleer of u zich in het profiel Intervals (Intervallen) bevindt dat het tabblad Alarms
(Alarmen) bevat.
2.
Raak het tabblad Alarms (Alarmen) aan.
Druk op het verticale tabblad Respiration rate (Ademhalingssnelheid).
3.
4.
Gebruik ▲ en ▼ of het toetsenblok om de gewenste onder- en bovenalarmgrens in te stellen.
Raak het tabblad Home (Start) aan.
5.
De nieuwe alarminstellingen worden weergegeven op de bedieningsknop Alarmgrens.
Aangepaste scores (vroegtijdige signaleringsscores)
Aangepaste scores kunnen worden gedefinieerd via het configuratiehulpprogramma op de
website van Welch Allyn.De volgorde waarin de parameters voor aangepaste scores in het
configuratiehulpprogramma worden ingevoerd, is bepalend voor de volgorde waarin de
aangepaste scores worden weergegeven.
Met aangepaste scores kunt u op basis van de praktijknormen van uw instelling specifieke
parameters configureren voor het berekenen van scores voor patiëntbewaking.Met deze scores
worden berichten gegenereerd over de status van de patiënt, op basis van de gekozen
parameters.Deze berichten worden alleen als herinnering weergegeven.
OPMERKING De handmatige invoer is beschikbaar voor neonatale patiënten.
•
Voor pasgeborenen is de ondergrens van het alarm 1 tot 96 spm.
•
Voor pasgeborenen is de bovengrens van het alarm 3 tot 98 spm.
WAARSCHUWING Risico voor de veiligheid van de patiënt.Aangepaste scores en
berichten dienen als richtlijn voor de protocollen van uw instelling. Gebruik geen
aangepaste scores als fysiologische alarmen voor patiënten.Om de veiligheid
van de patiënt te waarborgen, moeten altijd de juiste alarminstellingen worden
ingesteld en behouden.
Patiëntbewaking 91