Gebruiksaanwijzing
Pulsamplitude
Het balkje voor de pulsamplitude geeft de polsslag aan en toont de relatieve pulssterkte. Naarmate
de gedetecteerde puls sterker wordt, gaan er meer balkjes branden.
Perfusieniveau
Het perfusieniveau (LofP) is een relatieve meting van de pulssterkte op de bewakingslocatie. De
LofP-waarde is een numerieke waarde voor de sterkte van het infrarode (IR) signaal dat vanaf de
bewakingslocatie terugkeert. De LofP-weergave heeft een bereik van 0,02 procent (zeer kleine
pulssterkte) tot 20 procent (zeer grote pulssterkte). LofP is een relatief getal en verschilt per
bewakingsplaats en patiënt, aangezien de fysiologische omstandigheden kunnen variëren.
Masimo geeft de LofP-waarde weer als een numerieke waarde en noemt dit de perfusie-index.
Nonin geeft de LofP-waarde weer als een kleurwaarde (geel of rood) op basis van het algoritme van
de sensor, en alleen wanneer het perfusieniveau (LofP) laag is.
Bij het aanbrengen van de sensor kan het perfusieniveau (LofP) worden gebruikt om de
geschiktheid van een locatie voor de sensor te beoordelen. De locatie met de hoogste LofP-waarde
is het meest geschikt voor het aanbrengen van de sensor. Als de sensor wordt aangebracht op de
locatie met de sterkste pulsamplitude (het hoogste LofP-getal), leidt dit tot betere prestaties tijdens
beweging. Bewaak de trend van het perfusieniveau (LofP) op veranderingen in fysiologische
omstandigheden.
SatSeconds™ voor alarmbeheer
De SatSeconds-functie is een systeem voor het beheer van SpO2-alarmen dat alleen beschikbaar is
bij monitors die zijn uitgerust met Nellcor
Voor het bepalen van de SatSeconds-waarde wordt de tijd dat een patiënt buiten de SpO2-
alarmgrenzen valt vermenigvuldigd met de omvang van de afwijking. Zo zijn drie punten onder de
alarmgrens gedurende 10 seconden gelijk aan 30 SatSeconds. Er wordt alleen een alarm
geactiveerd wanneer een desaturatie de SatSeconds-grens bereikt. De SatSeconds-functie moet
door een clinicus worden bediend en kan op 0, 10, 25, 50 of 100 SatSeconds worden ingesteld. Als
een een desaturatie uit zichzelf wordt opgelost binnen de ingestelde tijd, wordt de klok
automatisch opnieuw ingesteld en geeft de monitor geen alarm af.
Intervalmeting SpO2
U moet zich in het profiel Intervals (Intervallen) of Office (Kantoor) bevinden om intervallen in te
stellen. Intervallen zijn echter alleen beschikbaar voor NIBD-metingen. Raadpleeg het gedeelte
"Intervals" (Intervallen) voor instructies over het instellen van intervallen. Voor een beschrijving van
het effect op weergegeven en verzonden meetwaarden van de SpO2-pulswaarde, verwijzen we u
naar de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de SpO2-module.
SpO2 en pulswaarde meten
De SpO2-sensor meet de zuurstofverzadiging en de pulswaarde. Bij een monitor met een Masimo
SpO2-vingersensor meet de SpO2-sensor optioneel de ademhalingssnelheid. (Optioneel, zie de
Servicehandleiding voor de beschikbare upgradeopties.) Zuurstofverzadiging wordt weergegeven
TM
OPMERKING De SatSeconds-functie heeft een ingebouwd veiligheidsprotocol
dat een alarm laat horen wanneer er binnen één minuut drie SpO2-afwijkingen
van willekeurige omvang of tijdsduur plaatsvinden.
TM
SpO2 OxiMax
-technologie.
Patiëntbewaking 83