Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING SpO2 wordt empirisch gekalibreerd bij gezonde, volwassen
vrijwilligers met een normaal carboxyhemoglobineniveau (COHb) en
methemoglobineniveau (MetHb).
WAARSCHUWING Wanneer licht met een extreem hoge intensiteit, zoals
pulserend stroboscooplicht, op de sensor wordt gericht, kan dit de meting van
vitale functies door de pulsoximeter verhinderen.
WAARSCHUWING Bij pulswaardemetingen worden bepaalde aritmieën niet
gedetecteerd, omdat de metingen zijn gebaseerd op de optische detectie van een
perifere stroompuls. Gebruik de pulsoximeter niet ter vervanging of in plaats van
aritmie-analyse op basis van het ECG.
WAARSCHUWING Gebruik de pulsoximeter als een apparaat voor vroegtijdige
signalering. Zodra bij een patiënt hypoxemia wordt gesignaleerd, dienen met
behulp van laboratoriuminstrumenten bloedmonsters te worden geanalyseerd
om een beter inzicht te krijgen in de gesteldheid van de patiënt.
WAARSCHUWING De nauwkeurigheid van de SpO2-metingen kan worden
beïnvloed door in de volgende situaties:
•
verhoogd bilirubineniveau
•
verhoogd methemoglobineniveau (MetHb)
•
verhoogd carboxyhemoglobineniveau (COHb)
•
hemoglobinesynthesestoornissen
•
lage perfusie op de bewaakte locatie
•
de aanwezigheid van concentraties van bepaalde intravasculaire kleurstoffen die
voldoende zijn om de gebruikelijke arteriële pigmentatie van de patiënt te
veranderen
•
beweging van de patiënt
•
omstandigheden zoals beven en inademing van rook door de patiënt
•
bewegingsartefact
•
gelakte nagels
•
slechte zuurstofvoorziening
•
hypotensie of hypertensie
•
ernstige vasoconstrictie
•
shock of hartstilstand
•
veneuze pulsaties of plotselinge en significante veranderingen in pulswaarde
•
nabijheid van een MRI-omgeving
•
aanwezigheid van vocht in de sensor
•
te veel omgevingslicht, met name fluorescerend
•
gebruik van de verkeerde sensor
•
sensor te strak aangebracht
LET OP! Als u pulsoximetrie gebruikt tijdens de bestraling van het hele lichaam,
moet u de sensor buiten het bestralingsveld houden. Als de sensor aan de
bestraling wordt blootgesteld, kan de meting onnauwkeurig zijn of kan het
apparaat een nulmeting geven tijdens de actieve bestralingsperiode.
Patiëntbewaking 85