164 Specificaties
SpO2-specificaties (Masimo-specificaties, zie voetnoten 1, 2, 3, 4, 5 en 6)
1
SpO2, nauwkeurigheid is bepaald door tests uit te voeren op gezonde, volwassen vrijwilligers
binnen het bereik van 60-100% SpO2 met behulp van een laboratorium-pulsoximeter. De SpO2-
nauwkeurigheid is bepaald op basis van 16 pasgeboren NICU-patiënten die tussen 7 en 135 dagen
oud waren en tussen 0,5 en 4,25 kilo wogen. Er zijn negenenzeventig (79) gegevensvoorbeelden
verzameld in een bereik van 70% tot 100% SaO2 met een resulterende nauwkeurigheid van 2,9%
SpO2.
2
De Masimo-sensors zijn gevalideerd voor nauwkeurigheid zonder beweging in onderzoeken van
menselijk bloed bij gezonde, volwassen, mannelijke en vrouwelijke vrijwilligers met lichte tot
donkere huidpigmentatie in onderzoeken naar opgewekte hypoxie in het bereik van 70% tot 100%
SpO2 met behulp van een laboratorium-pulsoximeter en een ECG-monitor. Deze variatie is gelijk
aan plus of min één standaardafwijking. Plus of min één standaardafwijking omvat 68% van de
populatie.
3
De Masimo-sensors zijn gevalideerd voor nauwkeurigheid zonder beweging in onderzoeken van
menselijk bloed bij gezonde, volwassen, mannelijke en vrouwelijke vrijwilligers met lichte tot
donkere huidpigmentatie in onderzoeken naar opgewekte hypoxie in het bereik van 70% tot 100%
SpO2 met behulp van een laboratorium-CO-oximeter en een ECG-monitor. Deze variatie is gelijk
aan plus of min één standaardafwijking die 68% van de populatie omvat.
4
De Masimo SET-technologie is gevalideerd voor nauwkeurigheid met lage perfusie in
vergelijkingstesten met behulp van een Biotek Index 2-simulator en de Masimo-simulator met
signaalsterkten van meer dan 0,02% en een signaalverzending van meer dan 5% voor
verzadigingen binnen het bereik van 70% tot 100%. Deze variatie is gelijk aan plus of min één
standaardafwijking die 68% van de populatie omvat.
5
De Masimo-sensors zijn gevalideerd voor de nauwkeurigheid van de pulswaarde voor het bereik
van 25 tot 240 bpm in vergelijkingstesten met behulp van een Biotek Index 2-simulator. Deze
variatie is gelijk aan plus of min één standaardafwijking die 68% van de populatie omvat.
6
De pulsoximetriemetingen kunnen worden beïnvloed door het volgende:
•
Een verhoogd methemoglobineniveau (MetHb) kan tot onnauwkeurige SpO2-metingen
leiden
•
Een verhoogd carboxyhemoglobineniveau (COHb) kan tot onnauwkeurige SpO2-metingen
leiden
•
Ernstige anemie kan onjuiste SpO2-metingen tot gevolg hebben
•
Kleurstoffen, of andere stoffen die kleurstoffen bevatten, die de gebruikelijke bloedpigmentatie
veranderen, kunnen onjuiste metingen tot gevolg hebben
•
Een verhoogd bilirubineniveau kan tot onnauwkeurige SpO2-metingen leiden
7
Sommige modellen functionele testers en patiëntsimulatoren die in de handel verkrijgbaar zijn,
kunnen worden gebruikt om de juiste werking van Nellcor-pulsoximetersensors, -kabels en -
Welch Allyn® Connex® Spot Monitor
Vingerklem: ±2 cijfers
Flex: ±4 cijfers
Flex: ±3 cijfers
Zachte sensor: ±4
cijfers
Zachte sensor: ±3
Lage perfusie
cijfers
Lage perfusie
Alle sensors: ±3 cijfers
Alle sensors: ±2 cijfers