Rijtechnieken
Wanneer u sneller rijdt dan de omstandigheden toelaten, kunt u verwondingen
oplopen. Geef maar net genoeg gas om veilig vooruit te komen. Uit statistieken
blijkt dat snel genomen bochten vaak tot ongelukken en verwondingen leiden.
Vergeet nooit dat dit voertuig zwaar is! Als hij met zijn volle gewicht op u valt
kunt u makkelijk gekneld raken.
Dit voertuig dient niet om te springen en is, net als u, niet in staat om de energie
van een zware schok op te vangen. Als u op twee wielen probeert te rijden kan
uw voertuig kantelen en op u terechtkomen. Deze beide stunts zijn erg gevaarlijk
voor u en uw passagier en moeten tot elke prijs worden vermeden.
Om uw voertuig goed onder controle te houden, dient u uw beide handen aan het
stuur te houden, waar u alle bedieningselementen binnen handbereik heeft. Dit
geldt ook voor uw voeten. Om het gevaar voor verwonding van benen of voeten
tot een minimum te beperken, moet u uw voeten altijd op de voetsteunen zetten.
Draai uw tenen niet naar buiten en steek uw voet niet uit in de bochten, om te
voorkomen dat hij zou blijven haken aan obstakels of in contact komen met de
wielen. Uw passagier moet altijd de handgrepen vasthouden en zijn voeten op
de voetsteunen plaatsen.
Hoewel dit voertuig is uitgerust met een goede ophanging, kan het rijden op
uiterst ruig terrein u een onaangenaam gevoel geven of zelfs rugletsels veroor-
zaken. Vaak moet u in gehurkte houding rijden. Vertraag in dit geval en vang de
schokken op met uw gebogen benen.
__________
__________
52
VEILIGHEIDSINFORMATIE