Opnieuw verbinding maken
De camera kan opnieuw verbinding maken met een printer waarvoor de
verbindingsinstellingen zijn vastgelegd.
Selecteer [Wi-Fi-functie].
1
Stel op het tabblad [53] de optie
[Wi-Fi] in op [Inschakelen] en
selecteer [Wi-Fi-functie].
Selecteer [l].
2
Selecteer [l] (Afdrukken van
Wi-Fi-printer) en druk op <0>.
Breng een verbinding tot stand.
3
Selecteer [Verbinden] en druk op
<0>.
Selecteer in het bevestigingsscherm
[OK].
De camera zal weer met de printer
verbinding maken.
Wanneer er instellingen voor
meerdere verbindingsdoelen zijn
vastgelegd, selecteert u [Kies
instell.], het verbindingsdoel en
brengt u de verbinding tot stand.
91