De encryptiesleutel voor het draadloos netwerk invoeren
Stel de encryptiesleutel in die voor het toegangspunt is gespecificeerd.
Voor informatie over de gespecificeerde encryptiesleutel raadpleegt u
de instructiehandleiding van het toegangspunt.
Let erop dat de schermen die in stap 1 t/m 3 hieronder zijn weergegeven
variëren, afhankelijk van de verificatie en gespecificeerde encryptie voor
het toegangspunt.
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken
Het scherm [Key index] wordt alleen
1
weergegeven als er voor het
toegangspunt WEP-encryptie wordt
gebruikt.
Druk op de knop <V> om het key
index-nummer voor het toegangspunt
te selecteren en druk vervolgens op
<0>.
Selecteer [OK] en druk op <0> om
naar het volgende scherm te gaan.
Druk op de knop <V> om de soort
2
en het aantal tekens voor de sleutel
te selecteren en druk vervolgens op
<0>.
Selecteer [OK] en druk op <0> om
naar het volgende scherm te gaan.
Voer de encryptiesleutel met het
3
virtuele toetsenbord in (pag.14).
Het scherm [Inst. IP-adres] (pag.118)
wordt weergegeven.
117