De verbindingsbestemming selecteren
Registreer de camera waarmee u verbinding wilt maken via een
draadloos netwerk.
De camera kan met slechts één andere camera tegelijk worden verbonden.
20
Selecteer [Wi-Fi-functie].
1
Stel op het tabblad [53] de optie
[Wi-Fi] in op [Inschakelen] en
selecteer [Wi-Fi-functie].
Selecteer [z].
2
Druk op de knop <V> of <U> om
[z] (Blden tussen camera's overbr.)
te selecteren en druk vervolgens op
<0>.
Start de verbinding op de
3
doelcamera.
Wanneer het hier links weergegeven
scherm verschijnt, start u de verbinding
ook op de doelcamera. Raadpleeg voor
de bedieningsprocedure de
instructiehandleiding van de doelcamera.
Wanneer er een verbinding tot stand is
gebracht, worden de instellingen
automatisch opgeslagen en worden de
opnamen op de kaart weergegeven.