Omvormers Toevoegen En Configureren; Omvormer Toevoegen; Fase Invoeren; Pv-Generatorvermogen Invoeren - SMA SUNNY HOME MANAGER 2.0 Bedieningshandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor SUNNY HOME MANAGER 2.0:
- Bedieningshandleiding (156 pagina's) ,
- Handleiding (56 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (134 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
11 Apparaatbeheer
3. In de velden IP-adres, Poort en Unit ID de gegevens van het geselecteerde apparaat invoeren.
Als het Modbus-apparaat een Moxa is, wordt geadviseerd, de Moxa in de router te voorzien van een IP-adres/
bindend MAC-adres of achteraf op een vast IP-adres uit het vrije niet voor DHCP gebruikte bereik van de router in
te stellen. Poort (standaard 502) en unit ID (standaard 1 of 2) hoeven niet gewijzigd te worden.
Bestaande invoergegevens kunnen door overschrijven worden gewijzigd.
Voor het Verwijderen van een configuratie op het prullenbak-symbool in de desbetreffende regel klikken.
4. Kies [Opslaan].
11.4
Omvormers toevoegen en configureren
Voorwaarde:
☐ U moet installateur of installatie-administrator zijn (zie hoofdstuk 16.1, pagina 112).
11.4.1 Omvormer toevoegen
Voorwaarden:
☐ Het nieuwe apparaat moet in bedrijf gesteld zijn.
☐ Bij het nieuwe SMA apparaat moet ofwel het standaard wachtwoord 1111 voor de gebruikersgroep
Installateur of reeds het installatiewachtwoord van de bestaande installatie zijn ingesteld (zie hoofdstuk 17.3,
pagina 116).
☐ Bij het nieuwe apparaat moet de gegevensopname geactiveerd zijn (zie hoofdstuk 11.1.4, pagina 54).
☐ Bij de Sunny Home Manager moet als interval voor opvragen van gegevens automatisch zijn ingesteld (zie
hoofdstuk 11.3.7, pagina 59).
Werkwijze:
1. Onder Configuratie > Overzicht apparaten het tabblad Overzicht nieuwe apparaten oproepen.
2. Apparaat na voorselectie via het apparaatfilter of in de lijst selecteren en via
☑ De configuratiewizard wordt geopend en geeft stap voor stap de verdere handelwijze aan.
3. Apparaatnaam invoeren. U kunt ook een van de weergegeven suggesties selecteren en wijzigen.
4. Bij Apparaateigenschappen Fase en Vermogen van de PV-generator invoeren.
5. Bij installatiebewaking, indien gewenst, vergelijking van de omvormers activeren en een procentuele waarde voor
de tolerantie invoeren.
6. Kies [Verder].
☑ Er verschijnt een samenvatting van uw invoer.
7. Als de gegevens juist zijn, selecteert u [Voltooien].
☑ Het nieuwe SMA apparaat wordt weergegeven onder Configuratie > Overzicht apparaten.
Het vervangen van een omvormer met de configuratieassistent kan maximaal 20 minuten duren.
11.4.2 Fase invoeren
De Sunny Portal kan bij de apparaatklasses PV- en batterij-omvormer de fase(n) weergeven, waarop de betreffende
omvormer is aangesloten.
Werkwijze:
1. Activeer in het veld Fase de fase(n) waarop de omvormer is aangesloten.
2. Kies [Opslaan].
11.4.3 PV-generatorvermogen invoeren
Het vermogen van de PV-generator is het maximale vermogen van de PV-modules die op 1 PV-omvormer zijn
aangesloten.
62
HM-20-BE-nl-14
SMA Solar Technology AG
activeren.
Bedieningshandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
