8 Aansluiting
Aanvullend vereist materiaal (niet in de leveringsomvang inbegrepen):
☐ 3 x stroomtransformator (aanbeveling: 5 A secundaire stroom, nauwkeurigheidsklasse min. 1)
☐ Aansluitkabels voor stroomtransformators
Werkwijze:
1. Schakel het aansluitpunt spanningsvrij en beveilig het tegen herinschakelen.
2. Sluit telkens 1 stroomtransformator aan op de fasedraden L1, L2 en L3.
3. Sluit op elke stroomtransformator 1 aansluitkabel voor de secundaire stroom-meting aan op de aansluitingen k/
S1 en I/S2.
4. Sluit de aansluitkabels voor de stroommeting (onderbroken grijze lijn) aan op de schroefklemmen L1, L2 en L3
van de Sunny Home Manager. Daarvoor elke schroefklem met een kruiskopschroevendraaier openen, de leiding
in het klempunt brengen en de schroef met een kruiskopschroevendraaier vastdraaien (koppel: 2,0 Nm).
5. De aansluitkabels voor de spanningsmeting (doorgetrokken grijze lijn) op de schroefklemmen L1, L2 en L3 aan de
uitgang van de Sunny Home Manager aansluiten. Daarvoor elke schroefklem met een kruiskopschroevendraaier
openen, de leiding in het klempunt brengen en de schroef met een kruiskopschroevendraaier vastdraaien (koppel:
2,0 Nm).
6. De aansluitkabels voor de spanningsmeting L1, L2 en L3 (doorgetrokken grijze lijn) op de bijbehorende
fasedraden L1, L2 und L3 aansluiten.
8.3
Communicatie met de Sunny Portal tot stand brengen
8.3.1
Speedwire-communicatie voorbereiden
Als de Sunny Home Manager met andere SMA apparaten via SMA-Speedwire (ethernet) moet communiceren,
moeten de Sunny Home Manager en de Speedwire-apparaten zich binnen hetzelfde lokale netwerk bevinden.
Omvormer met Webconnect-functie
Als een omvormer al via de Webconnect-functie in de Sunny Portal is geregistreerd, kan de omvormer niet aan de
Sunny Home Manager-installatie in de Sunny Portal worden toegevoegd.
• Om de omvormer aan de Sunny Home Manager-installatie in de Sunny Portal te kunnen toevoegen, moet u
de omvormer met de Webconnect-functie uit de Webconnect-installatie in de Sunny Portal verwijderen of in
de Webconnect-installatie in de Sunny Portal de ontvangst van gegevens van de omvormer deactiveren.
Voorwaarden:
☐ Op de router moet DHCP zijn geactiveerd (zie documentatie van de router).
☐ Op de router moeten alle UDP-poorten > 1024 voor uitgaande verbindingen geopend zijn. Als op de router een
firewall is geïnstalleerd, moet u de firewall-instellingen mogelijk aanpassen.
☐ De van de router uitgaande verbindingen moeten naar alle bestemmingen op het internet (doel-IP, doel-poort)
mogelijk zijn. Als op de router een firewall is geïnstalleerd, moet u de firewall-instellingen mogelijk aanpassen.
☐ Op de router met Network Address Translation mogen geen poort-forwardings zijn ingesteld. Daardoor voorkomt
u mogelijke communicatieproblemen.
☐ Op de router mag geen pakketfilter voor SIP-pakketten of een andere manipulatie voor SIP-pakketten
geïnstalleerd zijn.
☐ De routers en netwerk-switches met routerfunctionaliteit moeten de voor de Speedwire-verbinding noodzakelijke
Multicast-telegrammen (telegrammen met doeladres 239.0.0.0 t/m 239.255.255.255) doorsturen aan alle
deelnemers binnen het Speedwire-netwerk.
☐ Alle gebruikte netwerkcomponenten moeten ten minste het IGMP-protocol versie 3 (IGMPv3) ondersteunen (zie
documentatie van de netwerkcomponenten).
Werkwijze:
• Sluit de Speedwire-apparaten aan op de router/switch (zie documentatie van het Speedwire-apparaat).
28
HM-20-BE-nl-14
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding