SMA Solar Technology AG
11.3
Sunny Home Manager configureren
Voorwaarde:
☐ U moet installateur of installatie-administrator zijn (zie hoofdstuk 16.1, pagina 112).
11.3.1 Eenvoudige of uitgebreide configuratie selecteren
Bij het oproepen van de Apparaateigenschappen van de Home Manager wordt de Eenvoudige configuratie
weergegeven. Hier kunt u alle standaardinstellingen uitvoeren.
Onder uitgebreide configuratie kunt u verdere instellingen uitvoeren. Normaal gesproken is een configuratie van de
hier weergegeven velden alleen nodig bij de eerste configuratie van de Sunny Home Manager.
Selectie van de uitgebreide configuratie:
1. Roep onder Overzicht apparaten de Eigenschappen op van de Home Manager.
2. Kies [Bewerken].
☑ In de regel Aanzicht: worden nu beide opties weergegeven: Eenvoudige configuratie (geactiveerd) en
Uitgebreide configuratie.
3. Als u verdere functies wilt configureren, moet u Uitgebreide configuratie selecteren.
4. Gewenste instellingen aanbrengen en met [Opslaan] bevestigen.
11.3.2 Automatische updates instellen
Als de automatische software-update is geactiveerd, controleert de Sunny Home Manager regelmatig of er
updatebestanden voor de Sunny Home Manager of voor de apparaten van de PV-installatie beschikbaar zijn. Als er
updatebestanden beschikbaar zijn, worden deze automatisch gedownload en worden de apparaten bijgewerkt.
U kunt de automatische software-update activeren/deactiveren voor:
• Sunny Home Manager
• apparaten van de PV-installatie
Standaard zijn de automatische software-update voor de Sunny Home Manager en de apparaten van de PV-installatie
geactiveerd.
11.3.3 Speedwire-codering activeren
Met de Speedwire-codering heeft u de mogelijkheid om het lokale SMA-installatienetwerk met SEC (Speedwire
Encrypted Communication) veilig te coderen, zodat dit wordt beschermd tegen onbevoegde toegang.
De Speedwire-codering kan alleen worden geactiveerd, wanneer alle apparaten in de installatie SEC (Speedwire
Encrypted Communication) ondersteunen en de apparaten bereikbaar zijn voor de Sunny Home Manager.
Werkwijze:
1. De Eigenschappen van de Home Manager oproepen.
2. Selecteer op het tabblad van het apparaat [Bewerken].
3. Activeer in de regel Speedwire-codering het veld Actief.
4. Kies [Opslaan].
Als een nieuw apparaat in de installatie wordt geïntegreerd, dan moet dit apparaat de codering ondersteunen,
zodat de codering van het apparaat in stand gehouden kan worden. Als een nieuw apparaat dat geschikt is voor
codering in het Overzicht nieuwe apparaten niet wordt weergegeven, dan moet de speedwire-codering
tijdelijk worden gedeactiveerd. Zodra het nieuwe apparaat aan de installatie is toegevoegd, kan de codering
weer worden geactiveerd.
Bedieningshandleiding
11 Apparaatbeheer
HM-20-BE-nl-14
57