11 Apparaatbeheer
11.1.3 Naam apparaat en beschrijving wijzigen
Als naam van een apparaat wordt standaard het serienummer van het apparaat weergegeven. Voor elk apparaat
kunt u een een willekeurige beschrijving invoeren. De beschrijving van het apparaat wordt in de Eigenschappen van
het apparaat weergegeven.
Deze gegevens maken een eenduidige identificatie van het apparaat mogelijk.
Werkwijze:
1. Voer in het veld Apparaatnaam een naam voor het apparaat in.
De apparaatnaam mag maximaal 20 tekens lang zijn.
2. Voer in het veld Beschrijving een beschrijving in.
3. Kies [Opslaan].
11.1.4 Gegevensopname activeren
U kunt instellen of de Sunny Portal gegevens van de in de installatie geïntegreerde apparaten moet accepteren en
weergeven of niet.
Alleen als u het opnemen van gegevens voor een apparaat activeert kunnen de gegevens van dit apparaat door de
Sunny Home Manager geregistreerd en voor monitoring, prognose en sturing worden gebruikt.
Bij het apparaat mag het niet om de Sunny Home Manager gaan.
Voorwaarde:
☐ U moet installateur of installatie-administrator zijn (zie hoofdstuk 16.1, pagina 112).
U moet de gegevensopname activeren:
• bij omvormers:
als u het vermogen van een omvormer (en daarmee de installatie) bewaakt of opbrengsten van verschillende
omvormers met elkaar wilt vergelijken
• bij draadloze contactdozen/relais en direct stuurbare verbruikers:
als u verbruikers indirect of direct via de apparaatinterne interface wilt sturen
• bij verdere aangesloten apparaten:
als deze in het portaal moeten worden weergegeven.
In de volgende gevallen moet u de gegevensopname van een apparaat in de Sunny Portal deactiveren:
• u wilt het apparaat niet meer laten weergeven in de Sunny Portal
of
• u hebt het apparaat uit uw zonnestroominstallatie verwijderd
of
• u wilt het apparaat in de Sunny Portal vervangen door een ander apparaat.
De gegevens van het gedeactiveerde apparaat blijven in de Sunny Portal behouden en zijn verder zichtbaar op de
menupagina Analyse.
Werkwijze:
1. In het menu Overzicht apparaten de Eigenschappen van het gewenste apparaat oproepen.
2. Kies [Bewerken].
3. Onder Gegevensopname het veld Actief aanvinken, om de gegevensopname te activeren.
4. Onder Gegevensopname het vinkje bij het veld Actief verwijderen, om de gegevensopname te deactiveren.
Als de gegevensopname voor een apparaat is gedeactiveerd, wordt het apparaat in Overzicht apparaten bij
filterinstelling Actief niet vermeld.
5. Kies [Opslaan].
54
HM-20-BE-nl-14
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding