7. Gebruik de knop
de knop OK.
8. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade (A) uit en open de papieruitvoersteun (B).
9. Selecteer Afdrukken in de toepassing.
Meestal kunt u het dialoogvenster Afdrukken openen door Afdrukken... (Print...) te selecteren in het
menu Bestand (File).
Opmerking
• Raadpleeg de instructiehandleiding van de toepassing voor meer instructies over de bewerkingen.
10. Selecteer de modelnaam en klik op de lijst Printer.
Klik op Details tonen (Show Details) als u wilt overschakelen naar de gedetailleerde weergave van het
venster.
of
om het papiertype in de cassette te selecteren en druk daarna op
31